Vertigo

Een duizelingwekkende dosis cinema

Vertigo

27.04.2016

Trumbo

door Chris Craps

Dalton Trumbo was niet alleen een veelzijdige en getalenteerde scenarist met originele ideeën, hij was ook het boegbeeld van de Hollywood Ten én daardoor voor vele Amerikaanse liberalen de symbolische held van de communistenjacht in de periode tussen 1947 en 1960. Hij werd geboycot, moest de cel in wegens smaad aan het gerecht en diende jarenlang als ghostwriter te werken. Ondanks al zijn problemen haalde Trumbo de ene morele overwinning na de andere. Zo won hij onder een pseudoniem Oscars voor Roman Holiday en The Brave One. Drama genoeg dus voor een biopic.

Maar Trumbo heeft niet de ambitie om heel origineel te zijn. Regisseur Jay Roach, een regisseur die succes verwierf met de Austin Powers-komedies, houdt het heel conventioneel en vult zijn film met de typische genreclichés. Geen enkele scène ervaar je als grote cinema, waardoor de film waarschijnlijk beter zal werken op het televisiescherm dan op het witte doek.

Maar Trumbo heeft toch zijn merites. Bryan Cranston slaagt er mooi in om ver weg te blijven van zijn personage uit Breaking Bad en hij kreeg een paar sappige oneliners om de show te stelen. Ook de nevencast levert prima werk: John Goodman maakt van producer Frank King een geestige opportunist, Helen Mirren weet met een bijna sadistisch genoegen het monsterlijke van roddeltante Hedda Hopper uit te spitten en Christian Berkel werd perfect gecast als de Oostenrijkse regisseur Otto Preminger.

Waar Trumbo uit de bocht gaat, is het weergeven van de feiten. Roach en zijn scenarist John McNamara beweren dat acteur Edward G. Robinson zijn vrienden heeft verraden aan de House Committee on Un-American Activities (HUAC), maar in werkelijkheid heeft hij dat nooit gedaan. Wanneer Dalton Trumbo Edward G. naar het einde van de film confronteert met zijn lafheid, wordt deze bijna afgebeeld als een tweede Elia Kazan. Onterecht, want Kazan heeft wél namen genoemd om films te kunnen blijven maken en zijn zwembad te behouden.

Roach en McNamara houden hun geschiedenisles extreem eenvoudig, met geïdealiseerde good guys en bad guys. Trumbo is Jezus, Robinson Judas, John Wayne Pontius Pilatus en Hedda Hopper Satan. Uiteraard wordt ook het communistisch ideaal van Trumbo ontdaan van al het grijze. Aan zijn dochter verklaart de schrijver dat een communist iemand is die zijn lunchpakket zou delen met een ander. Je zou na zo’n kinderachtige definitie bijna het kamp van botte commi hater John Wayne kiezen. Je voelt hier duidelijk dat Roach, die vreemd genoeg toch al enkele degelijke politieke films (Recount  en Game Change) gemaakt heeft,   totaal niet geïnteresseerd was in een genuanceerd portret.

Wat overblijft is een zeer klassieke hagiografie die, mits je het vervalsen van de feiten door de vingers ziet, zeker amuseert als een leuke Bryan Cranston-show. Een ernstige Dalton Trumbo-biopic is Trumbo evenwel niet.

>> Klap

Bryan Cranston zet een overtuigende vertolking neer als de briljante scenarist Dalton Trumbo, die in de jaren 50 op de zwarte lijst van de House Committee on Un-American Activities (HUAC) belandde, in deze klassieke biopic in de lijn van J. Edgar en My Week with Marilyn.

Regie Jay Roach
Cast Bryan Cranston, Diane Lane, John Goodman
Speelduur 2u04
Vanaf 27 april in de bioscoop

@ChrisCraps