Vertigo

Een duizelingwekkende dosis cinema

Vertigo

18.09.2018

Recensie Kin

door Chris Craps

Het is opmerkelijk dat Amerikaanse critici een superheldenfilm zoals Black Panther prijzen alsof het een Spike Lee-meesterwerk betreft en een eigenzinnige jeugdfilm zoals Kin met een sadistisch genoegen de grond in boren. Waarschijnlijk omdat de eerste politiek correcte pulp is en de tweede veel te ambitieus aanvoelt voor een popcornfilm. Kinz al op het einde van het jaar dan ook niet opduiken in best of-lijstjes, maar heeft alles in zich om een cultfilm te worden.

Wat is er zo bijzonder aan Kin? Het is in de eerste plaats een kid’s movie die risico’s durft te nemen. Met Kin bewerkten de Australiërs Jonathan en Josh Baker hun eigenzinnige kortfilm Bag Man– met camerawerk van Nicolas Karakatsanis – tot een genrefilm die niet makkelijk te classificeren valt.

De prent gaat van start met een futuristisch gevecht in een verlaten pakhuis in Detroit. Wat er juist aan de hand is, is niet echt duidelijk. Vervolgens leren we de geadopteerde zwarte tiener Eli kennen, die schroot steelt om wat geld te verdienen. Hij belandt in het pakhuis en vindt daar een mysterieus wapen. Thuis botst hij op zijn oudere broer Jimmy (Jack Reynor), die net uit de gevangenis werd ontslagen en meteen in de clinch gaat met hun vader Hal (Dennis Quaid). Niet lang daarna neemt Jimmy Eli totaal onverwacht mee voor een vreemde road trip.

Het begin van de film knipoogt naar sciencefiction. Dan beland je in een familiedrama. Dat transformeert in een gangsterfilm, die vervolgens een roadmovie wordt. Na een uur voel je dat de verschillende verhaallijnen én genres elkaar zullen kruisen. En tijdens de climax merk je dat er nog een ander genre meespeelt.

Veel mensen hebben het moeilijk met zo’n uitzonderlijke genremix. Dat is altijd al zo geweest. Meer dan 30 jaar geleden kreeg Brian De Palma ook rotte eieren naar het hoofd gegooid omdat hij in The Fury horror, spionage, sciencefiction, komedie en tragedie met elkaar vermengde.  Een ongelijke toon, heet dat dan. Maar dat is onzin: de Baker-broers maken de overgangen naadloos. Ze weten waar ze naartoe willen: de hele film is een speurtocht naar identiteit.

In de Amerikaanse recensies wordt bovendien niet vermeld dat er in Kin beter geacteerd wordt dan in de meeste jongerenfilms. James Franco is geestig en angstaanjagend in de rol van een homoseksuele gangster die de broer zou kunnen zijn van de griezel die hij speelde in Spring Breakers, Dennis Quaid acteert opvallend ingetogen en de jonge debutant Myles Truitt zondigt nooit aan overacting.

Het enige probleem van deze zwaar onderschatte film is dat de Bakers bang waren of belet werden – door mini-major Lionsgate? – om de barrière naar volwassen drama te slopen. Wanneer de broers een stripclub bezoeken, dragen de strippers allemaal kuise bikini’s. En wanneer iemand neergeschoten wordt, is er geen druppel bloed te zien. Waarschijnlijk was het budget van 30 miljoen dollar net iets te hoog om de debuterende regisseurs volledige vrij te laten.

>>Klap

Debutanten Jonathan en Josh Baker transformeren hun kortfilm Bag Man, over een zwarte tienerjongen die een bijzonder wapen vindt, tot een mix van familiedrama, sciencefiction, road movie en gangsterdrama. Doet zowel aan The Last Detaildenken, als aan Black Panther.

Regie Jonathan en Josh Baker
Cast Myles Truitt, Jack Reynor, James Franco,
Speelduur 1u42
Vanaf 19 september in de bioscoop