24.10.2014
Vertigo in Gent: blog 7
“Survival of the fittest”, een zinsnede die niet enkel van toepassing is in de natuur, maar ook in de meedogenloze showbizzwereld van Hollywood. De filmgeschiedenis kent genoeg voorbeelden die dat illustreren, denk maar aan Billy Wilders Sunset Boulevard of Robert Altmans The Player. Het corrupte klimaat van Tinseltown blijft een aantrekkelijk thema voor filmmakers, zo ook voor de Mexicaanse cineast – houd je klaar voor een tongue twister – Alejandro González Iñárritu. De regisseur van Amores Perrros, 21 Grams en Babel belicht in zijn nieuwste film Birdman or (The Unexpected Virtue of Ignorance) – de slotfilm van Film Fest Gent – de nadelen van Hollywoodfaam, steekt de draak met de hedendaagse media, richt zijn pijlen op kunstcritici en mengt het allemaal tot een levendige Broadwaysatire.
Een satire? Van Iñárritu? Kon die niet enkel deprimerende films maken over menselijke miserie? Blijkbaar niet! Met Birdman toont hij dat hij ook een aangenaam gevoel voor humor heeft en wijkt hij af van de toon die we van hem gewoon zijn. Oké, er zit ook nog steeds heel wat miserie in Birdman, maar steeds met een vette knipoog. De hoofdrol wordt vertolkt door voormalig Batman-acteur Michael Keaton. Hij speelt Riggan, een voormalige Hollywoodster die faam maakte met het vertolken van de superheld Birdman, maar zijn vleugels twintig jaar geleden aan de haak hing. Nu probeert hij een toneelstuk te regisseren op Broadway, maar het loopt niet van een leien dakje. Zelf worstelt hij ook nog steeds met zijn zelfbeeld en zijn vroegere sterrenstatus.
Een alledaagse satire is Birdman niet, want Iñárritu is narratief en technisch zeer ambitieus. Mexicanen lijken een voorliefde te hebben voor long shots, want de cineast monteert zijn film op zo’n subtiele manier dat het lijkt alsof de prent in een vloeiende beweging is gefilmd. Niets nieuw, want Hitchcock deed het al met Rope, maar Iñárritu doet het met zo veel overtuiging dat je het spektakel enkel maar met open mond kan aanschouwen. Alsof hij op zoek is naar een pure vorm van cinema. Of hij die pure vorm ook vindt is een heel andere vraag. Zijn aanpak zorgt ervoor dat je wordt opgeslokt door de ervaring, maar is montage nu net niet wat cinema typeert en cinema maakt? Interessante vragen waar je meerdere essays zou kunnen over schrijven.
Iñárritu toont zich zeer enthousiast in zijn regie, waardoor de vorm af en toe de inhoud dreigt te overschaduwen. Gelukkig beschikt de film over een geweldige cast, met Keaton en Edward Norton als de uitschieters. De ideeën die de film opwerpt, raken dan weer niet altijd even trefzeker doel, voelen vaak wat achterhaald aan en blijven soms aan de oppervlakte drijven. Maar tel het briljante camerawerk van Emmanuel Lubezki – die vorig jaar ook Gravity uit zijn camera toverde – en de constante drumsoundtrack bij de sterke cast en de uitdagende regie, en je krijgt een van de meest bruisende en dynamische filmervaringen in tijden. Alleen mag iemand aan Iñárritu vertellen dat films maken geen wedstrijd is en dat less soms ook more is.
Naast de slotfilm van het het filmfestival kreeg ik ook nog de Italiaanse Oscarinzending Il capitale umano onder ogen. Helaas was ik niet even sterk onder de indruk als toen ik vorig jaar La grande bellezza bekeek. De film toont hoe twee families met elkaar in botsing komen na een fietsongeluk. Daar gaat heel wat geld, zakelijke nonsens en verraad mee gepaard. De film kiest ervoor om een uur lang verschillende prologen te tonen die voorafgaan aan het ongeluk, waardoor een gevoel van herhaling vaak onvermijdelijk is. Het laatste half uur gaat het tempo de hoogte in en wordt het uiteindelijk nog een beetje spannend. Maar bij het nekvel grijpen doet het nooit. De interessantste personages zijn de vrouwen, terwijl de mannelijke pionnen in deze intrige uit bordkarton bestaan.
In mijn bescheiden mening alvast geen grote concurrent van onze Dardenne-broertjes tijdens de Oscars volgend jaar.