In oktober publiceerde The New York Times een artikel over decennia van seksuele intimidatie door studiobons Harvey Weinstein. Dat schandaal leidde tot een vloedgolf aan getuigenissen over seksueel wangedrag in de filmindustrie. Hollywood reageerde geschokt en verbrak zijn banden met de producer, al moest onder meer Quentin Tarantino toegeven dat hij op de hoogte was van Weinsteins wangedrag.

In de nasleep van het Weinstein-schandaal beschuldigde ook Björk “een Deense regisseur” van seksuele intimidatie. Al snel bleek dat het om Lars Von Trier ging, die ontkende echter alles.

Steeds meer actrices begonnen te getuigen over hun ervaringen met seksisme in de filmindustrie. Zo deden onder andere Jennifer Lawrence en Carrie Fisher hun verhaal. In de daaropvolgende maanden zouden steeds meer hooggeplaatste Hollywoodfiguren beschuldigd worden.