Vertigo

Een duizelingwekkende dosis cinema

Vertigo

12.11.2019

Recensie The Irishman

door Chris Craps

Met de deur in huis: The Irishman is een rasechte Scorsese-klassieker in het verlengde van Mean Streets en Goodfellas.

Aan de basis ligt I Heard You Paint Houses, de bestseller waarin auteur Charles Brandt een theorie uitwerkte over over de nog steeds onopgehelderde verdwijning van Jimmy Hoffa (Al Pacino) in 1975. Centraal staat Frank Sheeran (Robert De Niro), een maffiahitman die uitgroeide tot vertrouweling van de legendarische Amerikaanse vakbondsleider.

Het briljante script van Steven Zaillian (Schindler’s List, Moneyball) doet qua structuur, thematiek en vertelling denken aan Once Upon a Time in America van Sergio Leone. De film begint met een lange biecht van een stokoude Sheeran die wegkwijnt in een bejaardenhuis. Hij vertelt over een roadtrip die hij jaren terug samen met maffiabaas Russell Bufalino (Joe Pesci) en hun echtgenotes ondernam. Die narratieve laag, die we simultaan op het scherm te zien krijgen, wordt op haar beurt doorspekt met flashbacks, waarvan eentje zelfs teruggaat tot WO II.

The Irishman vertelt hoe geweld de psyche van een mensenleven langzaam maar zeker vergiftigt. Sheeran is geen psychopaat zoals Pesci’s personage in Goodfellas, maar een ‘soldaat’ die doet wat er van hem gevraagd wordt, zonder zich daar vragen bij te stellen.

De enorme sterkte van de film zit hem in het feit dat Sheeran op vergevorderde leeftijd zijn daden tóch in vraag begint te stellen. Kan een mens veranderen door enorm veel spijt te hebben? Dat is de hamvraag. Aan de kijker om dat voor zichzelf uit te maken.

Hoewel de film nokvol drama zit, gaan Scorsese en zijn acteurs regelmatig ook voor pure comedy. Zo is de scène waarin Hoffa en zijn concurrent Tony Provenzano (Stephen Graham) elkaar tijdens een onderhandeling om de haverklap beledigen nu al een klassieker zoals de ‘You think I’m funny’-sequentie uit Goodfellas.

Geweldig zijn ook de scènes waarin niets wordt gezegd. De polemiek rond de summiere dialogen van Anna Paquin als Sheerans dochter is in dat verband volledig van de pot gerukt. Het personage functioneert als het geweten van de film: ze zegt amper iets, maar je weet perfect wat ze denkt. Meer dialogen had de kracht van die figuur compleet tenietgedaan.

Het enige waar je je af en toe aan kunt storen is een bijwerking van de digitale verjongingseffecten. De technologie maakt hopelijk voorgoed een einde aan de ongeloofwaardige make-up uit films á la The Good Shepherd en J. Edgar. Hier is er echter een groot contrast tussen bepaalde gezichten en lichamen. Pacino en De Niro zien er in sommige scènes jonger uit, maar tegelijk bewegen ze als de zeventigers die ze in het echte leven zijn.

Ondanks dat minpunt is The Irishman tot nu toe mijn favoriete film van 2019 en daar lijkt de komende weken weinig verandering in te zullen komen. O ja, een goede raad: bekijk dit Netflix-project in de bioscoop. Daar hoort deze duizelingwekkende dosis cinema in de eerste plaats thuis.

>>Klap

Martin Scorsese rekruteerde Robert De Niro, Joe Pesci en Al Pacino voor een magistraal gangsterepos over vriendschap, spijt, criminele codes en de mysterieuze verdwijning van Jimmy Hoffa. Op narratief en inhoudelijk verwant aan Once Upon a Time in America van Sergio Leone.

Regie Martin Scorsese
Cast Robert De Niro, Al Pacino, Joe Pesci
Speelduur 3u29
Vanaf 13 november in de bioscoop