14.01.2020
Recensie Judy
Quentin Tarantino’s stelling dat de biopic een tamelijk oninteressant genre is, klopt min of meer. Alleen als cineasten een echt interessante invalshoek vinden, kan men het genre overstijgen. Kijk maar naar het verschil tussen Jobs met Ashton Kutcher en Steve Jobs met Michael Fassbender. Judy van de in Shakespeare gespecialiseerde toneelregisseur Rupert Gould blijft steken in de traditionele biopic en – erger nog – in sentimentaliteit.
Judy Garlands levensverhaal is honderd procent Hollywoodiaans: een ijverig en getalenteerd meisje wordt beloond met wereldroem, maar moet op latere leeftijd een zware mentale prijs betalen. Gould belicht vooral het laatste hoofdstuk van Garlands leven, waarin ze bankroet is, haar kinderen heeft achtergelaten bij haar ex-man en optreedt in een Londense nachtclub, maar doorspekt zijn relaas met flashbacks naar de jonge Judy die gekweld wordt door de autoritaire MGM-studiobaas Louis B. Mayer en het meedogenloze dieet dat haar werd opgelegd. Dat levert een ultraklassiek melodrama en het zoveelste tragische kunstenaarsportret op.
Renée Zellweger heeft ongetwijfeld haar uiterste best gedaan om Garland tot leven te wekken, maar de film in zijn geheel is niet straf genoeg om haar vertolking echt indrukwekkend te noemen. Je ziet de Bridget Jones’s Diary-ster zo hard zwoegen dat je gaandeweg verwacht dat ze de vierde muur zal doorbreken en ‘En geef me nu die Oscar!’ zal uitschreeuwen. Had men dat maar gedaan, want dan was Judy nog een beetje interessant geweest. Wat nu overblijft is een het soort biopic waaraan Tarantino terecht een hekel heeft.
>>Klap
Renée Zellweger geeft het beste van zichzelf in dit melodrama over de laatste levensjaren van Judy Garland, het Hollywoodicoon dat onsterfelijk werd door haar vertolking in The Wizard of Oz. Voor fans van Film Stars Don’t Die in Liverpool.
Regie Rupert Goold
Cast Renée Zellweger, Rufus Sewell, Michael Gambon
Speelduur 1u58
Vanaf 15 januari in de bioscoop