09.11.2016
Recensie Hacksaw Ridge
Weet je aan wie het historische hoofdpersonage uit Mel Gibsons Hacksaw Ridge doet denken? Aan Forrest Gump. En het is heus niet alleen omdat hij snel kan rennen. Net als Gump kwam Desmond T. Doss, uit een klein stadje uit het Zuiden van de Verenigde Staten – Virginia in plaats van Georgia, maar dat is een detail. Net als Gump had hij het niet altijd even makkelijk thuis. En net als Gump liep Doss ondanks alles rond met een brede grijns op zijn gezicht alsof de lamp in zijn bovenkamer niet goed brandde.
In Gumps geval ging het effectief om een laag IQ, Doss zweefde een halve meter boven de grond door toedoen van zijn geloof. Hij was immers een Zevendedagsadventist, heilig overtuigd van de waarheid van de Bijbel en een onvoorwaardelijke fan van Christus en diens geweldloze principes. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, weerhield die overtuiging Doss er echter niet van om zich toch te laten inlijven. Mooie geste, vond iedereen, tot bleek dat de jongeman niet van plan was om zijn principieel verzet tegen wapens op te geven. En dat is nog maar het begin van dit verbluffende verhaal.
Ik hoor je al komen: daar hebben we Gibson weer met zijn christelijke metaforen, zijn liefde voor martelaars en zijn honger naar bloedvergieten. Geloof me vrij, dat komen allemaal uitgebreid aan bod in Hacksaw Ridge. Maar als de film één krachttoer uithaalt, dan is het wel dat Gibson bij de gemiddelde kijker dezelfde omslag teweegbrengt als bij de soldaten die Doss tijdens de opleiding zo sarden. Of om het anders uit te drukken: Doss begint als Gump en eindigt als To Kill a Mockingbird-held Atticus Finch. Op twee uur tijd van clown naar lichtend voorbeeld, je moet het maar doen.
Alsof dat nog niet volstond, demonstreert Gibson nog maar eens waarom we hem bij de grootste levende actieregisseurs mogen rekenen. Het laatste uur van de film bevinden we ons op Okinawa, een eiland dat de Amerikanen wilden gebruiken als uitvalsbasis om Japan te bestoken. In 1945 vond daar de bloederigste veldslag aan het Aziatische front plaats, een tien weken durende slachtpartij waarbij een paar honderdduizend soldaten sneuvelden. Gibson dropt je midden in die helse chaos en overspoelt je met gruwel, en toch snap je op elk moment wat er aan de hand is. Hij heeft zichtbaar heel goed opgelet toen hij 30 jaar geleden de Mad Max-trilogie maakte met George Miller, en daar plukt hij nog steeds de vruchten van.
>>Klap
Mel Gibson geeft WOII een The Passion of the Christ-make-over in dit waargebeurde drama over een diepgelovige gewetensbezwaarde (Andrew Garield) die een Medal of Honor kreeg zonder ooit een geweer aan te raken. Even brutaal als vertederend.
Regie Mel Gibson
Cast Andrew Garfield, Teresa Palmer, Vince Vaughn
Speelduur 2u11
Vanaf 9 november in de bioscoop