Vertigo

Een duizelingwekkende dosis cinema

Vertigo

18.11.2015

Me and Earl and the Dying Girl

door Jimmy Van der Velde

Het is elk jaar spannend afwachten welke film met de hoofdprijs aan de haal gaat op het Amerikaanse Sundance Film Festival. De afgelopen jaren waren de winnaars vaak indietoppers die in vele eindejaarslijstjes belandden en ook niet onopgemerkt voorbij gingen tijdens de Oscars. Denk maar aan Whiplash, Fruitvale Station, Beasts of the Southern Wild en Precious. Dit jaar ging de Grand Jury Prize naar het jeugdige kankerdrama Me and Earl and the Dying Girl van Alfonso Gomez-Rejon. Het was dan ook een verrassing om te ontdekken dat de film ons minder enthousiast in ons bioscoopzitje achterliet dan een resem eerdere Sundance-laureaten.

Het hoofdpersonage in deze bijzondere vertelling is Gregg Gaines (Thomas Mann). Hij is maatjes met alle kliekjes op de middelbare school waar hij studeert, hij luncht vaak met een flamboyante geschiedenisleerkracht en maakt samen met makker Earl films die flauwe afkooksels zijn van grote cinemaklassiekers (Pooping Tom, 2/48pm Cowboy, Sockwork Orange). Wanneer uitlekt dat het meisje Rachel Kushner kanker heeft, wordt hij gedwongen door zijn ouders om haar op te zoeken en om een band met haar te smeden. Ze sluiten vriendschap en Gregg stort zich op de uitdaging om een film voor haar te maken.

Het wordt haast een cliché bij de bespreking van een Amerikaanse indieprent, maar je zou Me and Earl and the Dying Girl kunnen omschrijven als quirky.  Dat vertaalt zich in een zeer aanwezige voice-over, een montage en camerabewegingen die sterk doen denken aan de stijl van Wes Anderson, ludieke dialogen en oneliners, kleurrijke sets en aparte personages. Helaas werden die ingrediënten al meerdere keren toegepast in de Amerikaanse cinema – én beter – waardoor deze prent met een gekunstelde en doorzichtige identiteit opgezadeld raakt. Gevolg: een uit de kluiten gewassen ‘been there, done that’-gevoel.

Maakt dat van Earl een ramp van jewelste? Gelukkig niet. De chemie tussen de hoofdacteurs werkt wonderwel en hun prestaties zijn goed genoeg om je mee te trekken in het tragische verhaal dat het hart van deze dramedy vormt. De uitblinker is zonder twijfel RJ Cyler, die Earl kneedt tot een heerlijk droogkomische figuur. Even noemenswaardig zijn de ultra-speelse knipogen naar de filmgeschiedenis, die zonder twijfel een glimlach zullen losmaken bij menig filmliefhebber.

Minder grappig is het kankerverhaaltje. Regisseur Gomez-Rejon vermijdt gemakzuchtige emoties. Een nieuwe The Fault in Our Stars hoef je dan ook niet te verwachten, al doet deze film soms wel denken aan die recente genregenoot. Het scenario van Earl is veel oprechter en creatiever. En toch mist de film een cruciale stootkracht. Het einde laat je achter met de “Was dat het maar?”-vraag en de hele inkleding ervaart meer als een doelloze stijloefening dan een krachtdadige filmische aanpak.

Conclusie: een film die gebukt gaat onder die vermaledijde ‘net niet’-vloek.

>>KLAP

Een indie-dramedy waarin twee jonge cinefielen er hun missie van maken om een amateurfilm in te blikken voor een meisje met kanker. Alsof The Fault in Our Stars werd ontdaan van alle zeemzoete pathetiek en werd volgestouwd met knipogen naar de filmgeschiedenis.

Regie Alfonso Gomez-Rejon
Cast Thomas Mann, Olivia Cooke, RJ Cyler
Speelduur 1u48
Vanaf 18 november in de bioscoop

@TheJimeister