25.11.2015
IN DE KIJKER – Cowspiracy: The Sustainability Secret
Op donderdag 26 november kan je in de Gentse bioscoop Sphinx terecht voor de documentaire Cowspiracy: The Sustainability Secret. Journalist Ben Van Alboom doet uit de doeken waarom je deze docu over het effect van de vleesindustrie op onze blauwe planeet niet mag missen.
Ik herinner mij nog redelijk goed hoe ik een dik jaar geleden in New York op 3rd Ave stond aan te schuiven voor een film. In hoofdzaak omdat het niet meer van mijn gewoonte is om voor een film te staan aanschuiven – na dertien jaar Cannes, waar wachttijden tot een uur kunnen oplopen, heb ik mijn bekomst gehad. Maar er was nog een reden waarom ik het mij zo goed herinner: ik stond tussen een paar honderd veganisten die er zo mogelijk nog meer naar uitkeken dan de doorsnee hipsternerd naar de nieuwe Star Wars: Episode XXX – A New Hole. (Voor de verandering ga ik verder proberen zo weinig mogelijk mensen in dit stuk te schofferen omdat het – in feite echt wel – te belangrijk is.)
De film die op die bloedhete zomerdag in Manhattan in wereldpremière ging, heette Cowspiracy: The Sustainability Secret. Ik had op voorhand zelf ook al de trailer bekeken, en die zag er best interessant uit. De tagline kon eveneens tellen: “The film that environmental organizations don’t want you to see!” Ik wil maar zeggen: wat zou Greenpeace in godsnaam op zijn kerfstok kunnen hebben? Het antwoord is wellicht net iets minder spectaculair dan de makers van de documentaire, Kip Andersen en Keegan Kuhn, willen doen geloven, en er zijn sowieso grotere badguys in hun verhaal – stijl Darth Vader. Maar ze hebben ontegensprekelijk een punt: als milieuorganisaties het al niet luidop durven zeggen, wie dan wel?
Ik ga het dan maar zelf zeggen, Walter: de vleesindustrie is de meest vervuilende industrie op aarde en de belangrijkste oorzaak van de opwarming van de aarde.
Voor u mij ervan begint te verdenken een prekerige vegan te zijn: ik heb, zoals de meeste Belgen, wellicht meer dan dertig jaar van mijn leven elke dag vlees gegeten, en ik heb zelfs nog op de gangen van de VRT staan roken. Toen dat weliswaar nog mocht, en van zodra het het niet meer mocht, hielden we onze vergaderingen in de plantentuin van de RTBF. Naar aloude traditie, liepen ze aan de andere kant van de taalgrens in het omroepgebouw een paar jaar achter.
Ik wil maar zeggen: I am no saint. Nee, nog altijd niet, want ik eet nog af en toe vlees. Om de twee, drie weken. Veelal omdat ik geregeld op restaurant zit, en ik geen ‘vegetarische pasta’ meer kan zien of ruiken. In New York, waar ik de afgelopen jaren heb gewoond, heeft elk zichzelf respecterend restaurant verschillende vegetarische gerechten op de kaart staan, en ze staan ook gewoon tussen de andere gerechten. In België krijg je acht op tien keren een kaart met een pagina VLEES, driekwart pagina VIS en helemaal op het einde, als een soort kindergerecht, staat er soms nog iets VEGETARISCH op. Een pasta, dus.
Maar ik dwaal af. Het zal aan mijn B12-tekort liggen.
Wat ik vooral wou zeggen, is dat ik, ondanks het feit dat ik ermee ben opgegroeid, de afgelopen jaren steeds minder vlees ben beginnen eten. Enerzijds omdat je vandaag de dag echt geen – ik heb het woord helaas niet zelf uitgevonden – quinoakut moet zijn om te weten dat er niets gezonds is aan de hoeveelheid vlees die de gemiddelde Belg naar binnen speelt (en dan heb ik het niet eens over wat er allemaal wordt ingedraaid om het mals te maken en een presentabel kleurtje te geven). Anderzijds omdat de meeste vleesbedrijven er een ethiek op nahouden waarvoor zelfs Ilse Beyers de duimen moe(s)t leggen.
Maar! Dé reden waarom ik het afgelopen jaar nog amper vlees eet en zelfs redelijk karig ben geworden met zuivelproducten, heeft niets te maken met dierenwelzijn, laat staan met mijn gezondheid. Het is gewoon compleet krankzinnig, en dat ben ik dus beginnen beseffen nadat ik in de zomer van vorig jaar Cowspiracy heb gezien.
Yes, it’s that kind of life-altering documentary, en dat heb ik inmiddels – voor wie mij niet op mijn woord wil geloven – van nog mensen gehoord. Van een Gentse radiogod bijvoorbeeld, die zei dat hij van zijn lief thuis geen vlees meer krijgt, sinds die Cowspiracy heeft gezien. Van een Antwerpse modegod ook, die wist te vertellen dat er zelfs vegan haters uit zijn vriendenkring na het bekijken van de film geen vlees meer aanraken. Van Darren Aronofsky, die vertelde – weliswaar niet tegen mij persoonlijk – dat de film een godsgeschenk is voor het milieu. En van Leonardo DiCaprio, die er zodanig van onder de indruk was dat hij – sinds de première – als producent mee aan boord is gekomen.
Nochtans vertelt Cowspiracy niets nieuws, maar Andersen en Kuhn vertellen het goed. Zó goed dat Bram Stoker – was de film een honderdtal jaar eerder gemaakt – allicht niet eens aan zijn chef d’oeuvre was begonnen. En ze vertellen wat daadwerkelijk niemand anders durft te vertellen: dat al die overheidscampagnes om waterverspilling tegen te gaan en de auto al eens aan kant te schuiven druppels op een hete plaat zijn, en dat overheden en milieuorganisaties dat ook zouden moeten weten.
Californië kampt al jaren met een gebrek aan water, dus wordt aan de bevolking ook al jaren gevraagd om minder lang te douchen en te stoppen met hun gazon te onderhouden. Makes sense, right? Ja en nee. Natuurlijk is het belachelijk om gras water te geven, als je met een watertekort kampt. Leg gewoon vals gras – alles is er toch al van plastiek. Maar waar niemand met een woord over rept, is dat de bevolking amper twintig procent van het water in de staat opsoupeert. Dertig procent gaat naar het kweken van groenten, fruit en gewassen, and a whopping vijftig procent wordt gebruikt voor veeteelt.
In feite weten we dat allemaal. Wie heeft er nog geen artikel zien passeren waarin (overigens correct) staat dat er drieduizend liter water nodig is om één hamburger te produceren? Dat is ongeveer twee maanden douchen, voor één plakje vlees. Maar we kiezen ervoor om dat te negeren, ‘want we hebben op school geleerd dat we elke dag vlees nodig hebben, en we gaan toch niet elke dag sla en wortels eten, zeker!?’
Nog iets: we fulmineren omdat we een minister tegen natuur hebben die een paar hectare bos wil kappen voor een – opwarming van de aarde, hallo?! – transportbedrijf, maar we laten toe dat elke seconde een hectare regenwoud wordt gekapt. Niet om meubels van te maken overigens. Tachtig procent van het gekapte Amazonewoud staat op conto van de vleesindustrie, die constant nóg meer plaats nodig heeft om nóg meer koeien vet te mesten. Nu ook Aziatische landen steeds meer vlees beginnen consumeren, en de wereldbevolking decennia na decennia spectaculair stijgt, zal de ontbossing van de aarde ook gewoon blijven toenemen. Tenminste, als we ervoor kiezen om evenveel vlees te blijven eten.
Oh, en wat die opwarming van de aarde betreft: we moeten morgen allemaal flink wat uren extra op de Brusselse ring in de file gaan staan, willen we dat transport (ter land, ter zee én in de lucht) de vleesindustrie bijbeent op vlak van de uitstoot van broeikasgassen – in het bijzonder methaan, dat 23 keer schadelijker is dan CO2. Pijnlijk detail: 95% van de (gigantische) methaanuitstoot in ons land is afkomstig van de vleesindustrie.
Heb ik alle cijfers hierboven uit Cowspiracy gehaald? Nee. Enerzijds omdat België niet zo belangrijk was voor het verhaal van Andersen en Kuhn, anderzijds omdat je moet oppassen met cijfers in documentaires van idealistische filmmakers. Waarmee ik niet wil zeggen dat de cijfers in de docu niet kloppen. Integendeel. Maar kritische omnivoor als ik ben, wou ik natuurlijk weten of dat daadwerkelijk zo was, en ben ik zelf ook wat opzoekingswerk beginnen doen. Het positieve nieuws is dat enkel steengoede documentaires je daartoe bewegen. Het minder goede nieuws is dat ik van dat opzoekingswerk alleen maar meer vlees en zuivelproducten uit mijn dieet ben beginnen weren.
Moeten we nu morgen allemaal stoppen met vlees eten? Eerlijk: ja. Is dat realistisch? Nee. Maar we zijn onze planeet aan een duizelingwekkende snelheid kapot aan het maken met onze vleesconsumptie, en het gaat niet beteren door één keer per week een groenteburger te eten.
Nog eerlijker: had ik gedacht dat het makkelijk zou zijn om vlees op te geven? Nee. Ik vreesde er zelfs voor. Maar kennis is een goede drijfveer en sinds ik mij meer in de vegetarische keuken ben beginnen verdiepen, is er niet zozeer een deur dichtgegaan dan wel een wereld opengegaan. Meer nog: mijn vegan pita met veganaise is een hit bij iedereen die er al van heeft geproefd – volwassenen én kinderen. En toen ik voor de zomer de ‘con’ door ‘sin’ liet vervangen in de Mexicaanse catering van een groot Red Bull-event, was er geen hond die daarover een opmerking maakte. Wellicht omdat geen hond doorhad dat hij seitangehakt in plaats van rundergehakt aan het eten was. It’s all in the preparation, en daarmee hadden we gelijk ook een paar honderdduizend liter water en een hoop koeienscheten uitgespaard.
We eten vlees uit gewoonte. Punt. Dat maakt het in eerste instantie ook zo moeilijk om mensen ervan te overtuigen het (een pak) minder te doen. Het is ook niet simpel. Los van het feit dat de overheid – terwijl het zogezegd werkt aan een klimaatplan – campagnes blijft financieren om vlees te promoten en de meeste koks in dit land geloven dat ze goed bezig zijn omdat ze een steak twee keer kunnen omdraaien en er een béarnaisesaus bij serveren, moet je maar eens proberen om in Delhaize een bereide maaltijd zonder vlees te vinden. Alsof we vanavond allemaal doodvallen, als er geen 3% hesp in die lasagne zit.
En nee, kom alstublieft niet af met dat B12-tekort. We’re OD’ing on that shit! Eet op zondagochtend een omelet – als je gelooft dat je niet zonder kan – en je hebt genoeg B12 binnen om de rest van de week door te komen.
Of begin anders met gewoon zelf naar Cowspiracy te kijken, en trek je eigen conclusies. Het enige ‘gevaar’ is dat, als iedereen het doet, de vleesindustrie klappen krijgt en we een héél eind op weg zijn om de opwarming van de aarde een halt toe te roepen.
En weet dat er sowieso altijd het restaurant van de RTBF zal zijn, voor wie nog eens zin heeft in een hamburger.
Cowspiracy wordt op donderdag 26 november vertoond in Sphinx, Gent. Tickets zijn te koop aan de kassa van de bioscoop of via http://win.gs/ticketscowspiracy. De film is eveneens reeds te zien op Netflix, en in een ideale wereld ooit ook op Canvas. Ongetwijfeld tot grote ergernis van minister tegen natuur Joke Schauvliege, but what else is new?