15.09.2020
Film Fest Gent onthult Officiële Competitie 2020-editie
De Belgische film L’ennemi, geïnspireerd door de zaak van de Waalse politicus en Ecolo-medeoprichter Bernard Wesphael, opent straks de Officiële Competitie op de 47e editie van Film Fest Gent.
Ook Nomadland, dat afgelopen weekend de Gouden Leeuw won in Venetië, en Pedro Costa’s Vitalina Varela dingen mee in de competitie voor de Grand Prix voor Beste Film en de Georges Delerue Award voor Beste Muziek en Sound Design.
In de Officiële Competitie dingen deze films straks mee naar de prijzen:
ADN
In het autobiografische portret ADN van actrice en regisseur Maïwenn stort je je meteen in een confronterende brok emotioneel doorleefde cinema. Dankzij haar observerende camera laat Maïwenn de kijker ervaren hoe intens gecompliceerd bloedbanden kunnen zijn.
Haar gemengde roots – ze is van Bretoense, Vietnamese, Franse én Algerijnse afkomst – vormden mee de basis voor de film. Vol overtuiging kruipt ze in de huid van de onzekere Neige, die zichtbaar gebukt gaat onder haar bewogen verleden.
In de bijrollen zien we onder meer een sublieme Fanny Ardant als de hardvochtige, onbuigzame moeder van Neige en Louis Garrel als haar ex en luisterend oor.
Eden
Tien jaar na Adrienn Pál – destijd te bewonderen op Film Fest Gent – heeft de Hongaarse regisseur Ágnes Kocsis met Eden eindelijk een nieuwe film uit. Centraal staat Eva, een vrouw die allergisch is aan zowat alles en haar gesteriliseerde ruimte enkel kan verlaten in een ruimtepak.
Een farmaceutisch bedrijf, dat al dan niet mee verantwoordelijk is voor Éva’s precaire toestand, stuurt een psychiater op haar af, gespeeld door niemand minder dan Daan Stuyven.
Kocsis contrasteert Éva’s eenzaamheid met onze immer groeiende afhankelijkheid van technologie en suggereert een verbroken relatie tussen mens en natuur binnen strakke, koelblauw belichte kaders en met een voorliefde voor slow cinema.
L’ennemi
L’ennemi van Brusselaar Stephan Streker zal de Officiële Competitie openen op woensdag 14 oktober. De hoofdrol is weggelegd voor Jérémie Renier, die voor dit psychologisch drama in de huid kruipt van Louis Durieux, een Belgisch politicus die ervan beschuldigd wordt zijn vrouw Maëva (Alma Jodorowsky) te hebben vermoord in hun hotelkamer aan de Noordzee.
Net als bij Noces vertrekt Streker ook hier van een nieuwsitem dat in België pers en publieke opinie beroerde: de Wesphael-affaire. Streker reikt je de elementen om een oordeel te vellen, maar weigert de minste zekerheid te verschaffen over het personage wiens persoonlijke leven op het scherm haarfijn wordt ontleed.
L’ennemi is een ijzersterk geacteerde thriller met ook een aantal Vlaamse acteurs onder wie Peter Van Den Begin, Jeroen Perceval, Bruno Vanden Broecke en Sam Louwyck.
First Cow
Iemand die een emmer met melk steelt. Meer heeft Kelly Reichardt niet nodig om van First Cow – haar ingetogen drama over twee pioniers die in het 19e-eeuwse Oregon de kans grijpen om iets van zichzelf te maken – een wondermooie studie te maken van de Amerikaanse droom en de hebzucht die eraan ten grondslag ligt.
Doorheen deze tedere vertelling verkent Reichardt haar voorliefde voor figuren die aan de rand van de kapitalistische samenleving leven. First Cow is inmiddels haar vijfde film waarin de dicht beboste staat Oregon een hoofdrol speelt.
Gagarine
De Franse banlieues worden op groot scherm niet zelden in mistroostige sociaal-realistische vertellingen gegoten over grauwe wijken waar (jeugd)criminaliteit en verval welig tieren.
Niet zo door het Franse regieduo Fanny Liatard en Jérémy Trouilh. Zij gooien de clichés overboord met Gagarine, een meesterlijk verlengstuk van hun gelijknamige kortfilm uit 2014.
Een aangrijpend, ambitieus en dromerig langspeeldebuut waarin zowel het scifi-escapisme van Steven Spielbergs Close Encounters of the Third Kind (1977) als de véritéstijl van Ken Loachs I, Daniel Blake (2016) worden vermengd. Draagt bij tot het visuele spektakel: de hypnotiserende score van Amine Bouhafa en Evgueni & Sacha Galperine.
Ghosts
Van sociale onrust, wanbeleid en politiek activisme tot de plaats van de vrouw in de samenleving en malafide gentrificatie: Azra Deniz Okyay gaat in haar langspeeldebuut Ghosts geen topic uit de weg om het Turkije onder Recep Tayyip Erdoğan te schetsen.
Okyay vervlecht de verhalen van vier verschillende mensen ingenieus met elkaar aan de hand van nauwlettende docu-achtige observaties – en dito esthetiek. Daarin speelt haar verleden als documentairefilmer duidelijk op. Is Okyay de stem van een nieuwe generatie Turkse cineasten?
The Nest
In zijn langverwachte tweede film The Nest zoomt Sean Durkin in op het gezin van Rory (Jude Law) – ‘een arm kind dat zich rijk wil voordoen’ volgens zijn vrouw Allison (Carrie Coon) – dat midden de jaren tachtig van de VS Naar Groot-Brittannië trekt omdat Rory er een groot landgoed en een nog grotere jobopportuniteit heeft gevonden.
Durkin speelt erg slim met genreconventies van horror en drama waardoor Rory’s luxueuze stulpje het ene moment als een horrorhuis voelt, het andere als een familiegevangenis. Die unheimische sfeer wordt nog extra aangewakkerd door de afstandelijke fotografie van Mátyás Erdély en door de eerste filmscore van Arcade Fire-muzikant Richard Reed Parry.
Nomadland
“I’m not homeless. I’m just houseless. Not the same thing.” Frances McDormand is perfect gecast als Fern in Chloé Zhoa’s Nomadland. Haar gelaatstrekken zijn hard, gegeseld door de steppewind, maar haar ogen verraden een gevoelige ziel.
De vrouw staat er misschien helemaal alleen voor, maar ze is lang niet de enige moderne nomade die met haar camper over de Amerikaanse prairie trekt, van seizoensjob naar seizoensjob.
Zoals de titel echter verraadt is Nomadland meer dan een portret van een vrouw. De Chinees-Amerikaanse regisseur verbindt de visuele flair van Terrence Malick met het sociaal bewustzijn van John Sayles om tot een even imposante als intimistische landschapstekening te komen.
De ontelbare kleurschakeringen in de lucht bij zonsondergang, gepaard met Ludovico Einaudi’s hartverscheurende pianospel, doen denken aan wat voor kleine spelers we zijn op een oude rots in een onmetelijk universum.
Petite fille
“Als ik groot ben, wil ik een meisje zijn.” De ouders van Sasha kijken raar op als ze die woorden horen uit de mond van hun kind. Sasha is drie jaar en is geboren in een jongenslichaam.
In de documentaire Petite fille laat de Franse regisseur Sébastien Lifshitz ons kennismaken met drie buitengewone mensen. Hij kiest resoluut voor het gezichtspunt van Sasha, ook letterlijk. Omdat de camera vaak op haar ooghoogte staat, word je als toeschouwer in haar positie gedwongen.
Lifshitz dringt zich nergens op, een belangrijk kenmerk van zijn cinema. Laat staan dat hij een moreel oordeel velt. Hij observeert en laat de toeschouwer zelf conclusies trekken in dit inspirerend en delicaat portret van een kind met een droom.
Servants
Een auto rijdt over een verlaten weg in het holst van de nacht en houdt stilstand onder een spookachtig viaduct. Uit de koffer wordt een lijk gehaald. Iets later wisselen twee mannen samenzweerderige blikken uit in een gang, nadat één het bloed van een paar schoenen heeft geschrobd.
Net wanneer je denkt in een film noir te zijn beland, springt Servants 143 dagen terug in de tijd, naar het moment waarop de jonge priesters in wording Michal en Juraj toetreden tot een ultrastreng katholiek seminarie in Bratislava.
In indrukwekkende, contrastrijke zwart-witbeelden, gekoppeld aan een onderhuids schurende score, maakt de Slovaakse regisseur Ivan Ostrochovský de machtstrijd tussen kerk en de communistische staat in de tachtiger jaren voelbaar.
Stories from the Chestnut Woods
Inspiratie schuilt soms op vreemde plaatsen. Zo ligt de kiem van Stories from the Chestnut Woods in de passie van Gregor Božič voor mediterraanse pomologie, de leer van fruit en fruitsoorten.
Uit zijn gesprekken met plaatselijke tuinbouwers destilleerde de filmmaker een magisch-realistische fabel over een oude timmerman en een jonge kastanjeverkoopster die samen herinneringen ophalen en de toekomst bang afwachten.
Het resultaat is een bezwerend visueel gedicht over afzondering, rouw en leed dat tevens een ode aan een verdwenen wereld en cultuur is.
Vitalina Varela
In Pedro Costa’s Vitalina Varela, zijn vijfde trip door de (verdwenen) achterbuurt Fontainhas in Lissabon, staat het verleden van de Kaapverdische immigranten die er ooit woonden centraal.
“Je echtgenoot is enkele dagen geleden begraven,” klinkt het als Varela net is geland. “Portugal heeft jou niets meer te bieden.” En dat ‘niets’ wordt in Costa’s werk een mysterieus en hypnotiserend web van mijmeringen, dromen en visioenen over postkoloniale verledens die in een spookachtig karakter baden.
Dat is ook niet zo gek voor een cineast die zijn shots liefst een schilderachtige dimensie geeft door middel van clair-obscur fotografie. Die unieke mix van stijlen, invloeden en vastberadenheid maakt de Portugese cineast vandaag tot een van de eigenzinnigste Europese filmauteurs die het festivallandschap bevolken.