25.04.2018
En toen kreeg Orson Welles toch een plaatsje op het Cannes-programma
Orson Welles was een van de slachtoffers in de vete tussen Netflix en Cannes. De streamingdienst trok al zijn films terug uit het festival omwille van een nieuwe regel dat films in competitie een Franse bioscooprelease moeten krijgen. Dat was echter niet van belang voor het door Welles geregisseerde The Other Side of the Wind en Morgan Nevilles documentaire over de iconische cineast They’ll Love Me When I’m Dead. Zij zouden sowieso buiten competitie vertoond worden, maar Netflix zette door en liet ook die twee films niet deelnemen.
Toch zal Welles via een omweg in Cannes vertegenwoordigd zijn. Mark Cousins docu The Eyes of Orson Welles, geproduceerd door Netflix’ concullega Filmstruck, werd namelijk geselecteerd voor het Cannes Classics-programma. De film zal voor het eerst een aantal persoonlijke tekeningen en schilderijen van de Citizen Kane-regisseur tentoonstellen, waarvoor Cousin nauw samenwerkte met Welles’ dochter Beatrice.
“Ik wilde altijd al een documentaire maken over mijn vaders kunst,” zei Beatrice Welles. “Toen ik Mark ontmoette, wist ik dat hij de geknipte persoon was om er een te maken. Hij had een goeie insteek die mijn vader en zijn werk eer zou aandoen. Mark is een genie.”
Beatrice Welles krijgt daarmee toch enige genoegdoening nadat ze Netflix tevergeefs smeekte om The Other Side of the Wind alsnog naar Cannes te brengen.
Het volledige programma van Cannes Classics ziet er als volgt uit:
“Be Natural: The Untold Story of Alice Guy-Blaché,” Pamela B. Green
“Jane Fonda in Five Acts,” Susan Lacy
“2001: A Space Odyssey,” Stanley Kubrick
“The Eyes of Orson Welles,” Mark Cousin
“Searching for Ingmar Bergman,” Margarethe von Trotta
“Bergman – A Year in a Life,” Jane Magnusson
“The Seventh Seal,” Ingmar Bergman
“Beating Heart,” Henri Decoin
“Bicycle Thieves,” Vittorio De Sica
“Enamorada,” Emilio Fernández
“Tokyo Story,” Yasujiro Ozu
“Vertigo,” Alfred Hitchcock
“The Apartment,” Billy Wilder
“Diamonds of the Night,” Jan Němec
“War and Peace. Film I. Andrei Bolkonsky,” Sergey Bondarchuk
“The Nun,” Jacques Rivette
“Four White Shirts,” Rolands Kalnins
“The Hour of the Furnaces,” Fernando Solanas
“Specialists,” Sergio Corbucci
“João and the Knife,” George Sluizer
“Blow for Blow,” Marin Karmitz
“One Sings the Other Doesn’t,” Agnès Varda
“Grease,” Randal Kleiser
“Grand-père,” Safi Faye
“Five and the Skin,” Pierre Rissient
“The Island of Love,” Paulo Rocha
“Bagdad Café,” Percy Adlon
“The Big Blue,” Luc Besson
“Driving Miss Daisy,” Bruce Beresford
“Cyrano de Bergerac,” Jean-Paul Rappeneau
“Hyènes,” Djibril Diop Mambety
“Lamb,” Paulin Soumanou Vieyra
“Destiny,” Youssef Chahine
Bron: IndieWire