15.02.2019
Belgische filmkeuring na bijna honderd jaar eindelijk gemoderniseerd
De Vlaamse Regering heeft op voorstel van minister Sven Gatz haar goedkeuring gehecht aan een nieuwe regelgeving voor de filmkeuring. Na de goedkeuring door alle betrokken parlementen zal het nieuwe systeem in heel ons land in de plaats komen van de verouderde wetgeving van 1920. Daarvoor hebben de Vlaamse, de Franse en de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) van het Brussels hoofdstedelijk gewest een samenwerkingsakkoord afgesloten. De nieuwe regeling zal gebaseerd zijn op het Nederlandse classificatiesysteem Kijkwijzer.
Het huidige systeem voor de classificatie van films voldoet niet langer aan de behoeften van een hedendaagse filmkeuring. Vandaag beperkt de filmkeuring zich ertoe om films toe te laten voor iedereen, voor 12-plussers of voor 16-plussers. Als een film bijvoorbeeld verboden wordt onder de 16, dienen de bioscoopexploitanten de toegang aan min-16-jarigen te ontzeggen. Maar tegenwoordig kunnen exploitanten de leeftijd van bioscoopbezoekers niet langer controleren. Tickets kunnen online worden gekocht, de controle van tickets vindt plaats voor de ingang tot meerdere zalen en het bioscooppersoneel kan bezoekers niet verplichten om hun leeftijd te bewijzen.
Er zijn nog andere redenen waarom de oude filmkeuring niet langer voldoet. De regeling biedt erg weinig informatie aan de filmkijker, bijvoorbeeld over waarom films verboden worden onder de zestien. Het systeem draagt ook niet bij tot het versterken van mediacompetenties voor jongere kijkers.
Minister Gatz: “Er werd gezocht naar een regeling die aanbevelingen gebruikt in plaats van verboden, die betere informatie geeft over de aard van de ongeschiktheid van films, die meer leeftijdsclassificaties mogelijk maakt, die een transparant en betrouwbaar systeem hanteert om films te classificeren en die toelaat dat de overheid en de bioscoopsector bij de classificatie samenwerken.”
De laatste twee decennia waren al meerdere pogingen ondernomen om het classificatiesysteem te vernieuwen. Nadat de zesde staatshervorming de filmkeuring in 2014 aan de gemeenschappen had toegewezen, kregen de onderhandelingen een nieuw elan. In overleg kwamen de verschillende bevoegde overheden overeen om voor het format van de filmkeuring een licentie aan te kopen bij het Nederlandse Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM).
Volgens deze Kijkwijzermethodologie worden producties geclassificeerd op basis van een online vragenlijst. Dat coderingsformulier is opgebouwd rond het type van de productie. Het telt zes soorten van media-inhouden (nl. geweld, angst, seks en seksualiteit, discriminatie, drugs en/of alcoholmisbruik en grof taalgebruik) die mogelijk ongeschikt zijn voor de ontwikkeling van minderjarigen. De antwoorden op de vragen uit het coderingsformulier, leiden zo automatisch tot een welbepaalde leeftijdsclassificatie en inhoudsclassificatie, met maximaal drie van de zes media-inhouden.
De classificatie gebeurt in de eerste plaats door de distributeurs. Wanneer er geen distributeur betrokken is, kan de producent die over de rechten van de film beschikt, de classificatie op zich nemen. Er wordt, conform het reglement, in vormingen en evaluaties voorzien voor wie de classificatie uitvoert.
Na definitieve goedkeuring van het samenwerkingsakkoord in de respectieve regeringen en parlementen komt eindelijk een einde aan een honderd jaar oude wetgeving. Na een overgangstermijn van zes maanden, die wordt voorzien om alle actoren toe te laten zich voor te bereiden op de nieuwe regeling, zal het nieuwe Kijkwijzersysteem in werking treden. De implementatie van dit nieuwe classificatiesysteem wordt verwacht in het najaar 2019.