28.10.2020
Recensie The Shining
Om de veertigste verjaardag van Stanley Kubricks adaptatie van Stephen Kings The Shining te vieren, werd een 4K-remaster klaargestoomd onder het waakzaam oog van Steven Spielberg en Kubricks trouwste medewerker, Leon Vitali. Het gaat bovendien om de VS-bioscoopversie van 144 minuten – in Europa draaide de 119 minuten-cut destijds in de zalen. Deze gerestaureerde versie, die vorig jaar in Cannes werd voorgesteld, had waarschijnlijk in normale omstandigheden nooit in de bioscoop gelopen, maar het gebrek aan grote films door de coronacrisis schepte een opportuniteit.
De bioscooprelease zal ook wel een beetje getriggerd zijn geweest door de recente release van de schizofrene sequel Doctor Sleep. Die film bracht Kubricks klassieker immers opnieuw onder de aandacht. Je kunt het in ieder geval alleen maar toejuichen dat The Shining nu in zijn volle glorie ontdekt kan worden door een nieuwe generatie filmliefhebbers. De vraag is echter hoe zij de film zullen ervaren, want de door de PR-machine gedoopte ‘beste horrorfilm aller tijden’ blijft een vreemd beestje: niet echt spannend en af en toe over the top en zwart-komisch.
Voor wie The Shining nog nooit gezien heeft: het door Kubrick zwaar vereenvoudigd verhaal van King gaat over een ex-alcoholist Jack Torrence (Jack Nicholson), die met zijn vrouw Wendy (Shelley Duvall) en zoontje Danny (Danny Lloyd) de winter doorbrengt in het verlaten Overlook Hotel. Jack heeft er de job van conciërge aanvaard, wat hem de gelegenheid biedt om eindelijk zijn roman te schrijven. De geesten van het hotel komen echter tot leven en overtuigen de alsmaar psychotischere Jack om de vreselijkste daden uit te voeren.
The Shining werd in 1980 eerder lauw ontvangen. De pers vond de film lang niet zo spannend of akelig als bijvoorbeeld het baanbrekende The Exorcist dat zeven jaar eerder was uitgekomen. De film had echter iets ondefinieerbaar, waardoor hij bleef nazinderen. In de loop der jaren groeide hij uit tot een cultklassieker met een massa fans die de diepere betekenis trachtten te doorgronden. Dat leidde zelfs tot de documentaire Room 237 , waarin een massa absurde en enkele plausibele theorieën aan bod komen.
Anno 2020 komt The Shining nog steeds niet in aanmerking voor de titel van meest huiveringwekkende film aller tijden, maar meer dan ooit – en zeker wanneer je de lange versie bekijkt – valt de film op als een monument van stijl, hypnotiserende travel-shots en een reeks nu legendarische waanzinnige momenten (‘Here’s Johnny!’).
Voor mij persoonlijk is The Shining vooral een atypisch sprookje, waarin de Grote Boze Wolf (Nicholson) Sneeuwwitje en Klein Duimpje (Shelley Duvall en Danny Lloyd) wil oppeuzelen in een betoverd kasteel. Je kunt er uiteraard ook de gruwelen van het patriarchaat doorheen de geschiedenis in zien. Kubrick laat alles open voor interpretatie. Dat maakte van hem juist zo’n fantastische regisseur.
>>Klap
De langere cut van Stanley Kubricks horrorklassieker over een labiele huisvader die in een verlaten hotel zijn verstand verliest kreeg een 4K-restauratie en kan nu in zijn volle glorie (her)ontdekt worden. Jack Nicholson zet een larger than life-vertolking neer die je zou kunnen omschrijven als gecontroleerde overacting. Kijk naar de sequel Doctor Sleep om te ontdekken waarom je Kubrick nooit kan imiteren of naar de kroon steken.
Regie Stanley Kubrick
Cast Jack Nicholson, Shelley Duvall, Scatman Crothers
Speelduur 2u24
Vanaf 28 oktober in de bioscoop