Woody Allen wordt door zijn adoptiedochter Dylan Farrow beschuldigd van seksueel misbruik. De regisseur houdt echter vol dat hij onschuldig is en probeert zich voor de rest niets van de controverse aan te trekken.

“Ik ben er mij van bewust dat er over mij wordt geroddeld, maar ik kan het niet aan mijn hart laten komen,” zegt hij. “Ik leef, werk, speel jazz, kijk naar sport, spreek af met vrienden, zoek niets op en lees niets. Het was een valse beschuldiging, maar geweldig voor voor roddelbladen.”

Ook van zijn status in Hollywood ligt Allen niet wakker. “Ik heb nooit tot de club behoord,” zegt hij. “Ik ga niet naar feestjes, trek mij niets aan van de box-office of awards. Een Oscar winnen betekent voor mij niets meer dan praktische voordelen. Mijn eerste film als scenarist What’s New Pussycat? was een groot succes, maar was zo slecht dat ik er mij voor schaamde.”

“Ik heb eigenlijk niet gevoel dat ik in tegenstelling tot Federico Fellino of Ingmar Bergman al een topfilm heb gemaakt,” voegt hij eraan toe. “Geen enkele komt in de buurt van The Seventh Seal of Ladri di biciclette.”

“Ik geef echter niet op,” vervolgt hij. “Ik ben redelijk succesvol, maar heb mij op artistiek vlak nog nooit voldaan gevoeld. Je maakt geen films om awards te winnen zoals Mozart nooit een symfonie schreef voor een trofee. Als ik geluk heb en er een einde komt aan de coronacrisis voordat ik sterf, bestaat de kans dat ik een topfilm maak.”

Bron: The Playlist