Alfonso Cuarón volgde zijn succesvolle debuut Y Tu Mamá También op met zijn eerste blockbuster, Harry Potter and the Prisoner of Azkaban. Aanvankelijk had de regisseur een lage dunk van de franchise, waarvan hij het derde deel voor zijn rekening zou nemen, tot zijn vriend en collega Guillermo Del Toro hem stevig aanpakte.

“Hij vroeg mij of ik met iets bezig was,” zei Cuarón, “en ik zei dat ik had getekend voor Harry Potter. Ik lachte er een beetje mee. Ik had noch de boeken gelezen, noch de films gezien. Guillermo werd kwaad en begon mij uit te schelden voor arrogante zak. ‘Je stapt nu naar de fuckin’ boekenwinkel, koopt de boeken, leest ze en belt mij terug,’ beval hij mij. Als hij zo tegen je spreekt, kan je niet anders dan naar de boekenwinkel stappen.”

Halverwege J.K. Rowlings Harry Potter and The Prisoner of Azkaban besefte Cuarón dat hij een unieke kans had gekregen. “Ik belde Guillermo op en gaf toe dat het bronmateriaal geweldig was,” zei Cuarón. “Hij zei: ‘Zie je wel, jij fuckin’…’ en de rest valt niet te vertalen uit het Spaans. Het was een les in nederigheid. Ik kon mijn eigen ding doen als filmmaker, maar moest ook respect tonen voor wat men goed vond aan de vorige Harry Potter-films.”

Bron: IndieWire