Vertigo

Een duizelingwekkende dosis cinema

Vertigo

17.10.2014

Vertigo in Gent: Blog 4

door Ewoud Ceulemans

“In het arthouse-circuit bevindt er zich evenveel crap als in het aanbod popcornfilms”, zei filmfan Alex Agnew in het tweede Vertigo-nummer. Het is exact dat gevoel dat me bekroop wanneer ik White God bekeek. De film van de Hongaarse regisseur Kornél Mundruczó werd nochtans erg positief onthaald in Cannes eerder dit jaar, maar ik begrijp eerlijk gezegd niet waarom. Twee uur lang meeleven met een hond uit Boedapest, die samen met zijn soortgenoten een rebellie tegen het mensenras ontketent? Sorry, zo ver reikt mijn empathie niet.

Achter de plot van White God – de titel verwijst overigens naar White Dog van Samuel Fuller, een film over een hond die getraind is om zwarten aan te vallen – zal waarschijnlijk wel een metafoor schuilgaan. Honden en kinderen als verschoppelingen der aarde die het heft in handen moeten nemen of zoiets. Wat de film echter ook moge betekenen, bijna eender welke interpretatie lijkt misplaatst en kan voor geen seconde verbergen dat het verhaal te traag is en elk gevoel voor opbouw ontbeert. En dan heb ik het nog niet gehad over die irritante schoudercamera: worden films echt relevanter als je zo’n schokkerige neorealistische stijl aanhoudt? Er zijn veel arthouse-regisseurs die dat nog steeds lijken te geloven. Té veel, als je ’t mij vraagt.

Soit, het gebeuren heet hier Film Fest, en feestjes moeten plezant zijn. Laten we ons dus niet blindstaren op een occasionele misser als White God en in plaats daarvan focussen op de pareltjes die hier te ontdekken vallen. Eentje daarvan is het Noorse kleinood Blind, het regiedebuut van Oslo, 31. August-scenarist Eskil Vogt. Deze uitermate frisse prent over het voorstellingsvermogen van een blinde vrouw kreeg ik twee dagen geleden al te zien, en ik was danig onder de indruk. Zozeer dat ik besloot om vandaag regisseur Vogt, die de film in Gent komt voorstellen, aan de tand te voelen. Het resultaat daarvan leest u binnenkort op deze website of in ons magazine.

Zo mogelijk nóg beter is Waste Land, het thrillerdrama waarmee Pieter Van Hees zijn trilogie over de Anatomie van Liefde en Pijn afsluit – de vorige twee delen waren de duistere horrorthriller Linkeroever en de zwarte komedie Dirty Mind. Mocht u die nog niet gezien hebben, maak daar dan maar werk van. Qua verhaal is er geen enkel verband tussen de drie films, maar Waste Land draagt wel ontegensprekelijk de stempel van de Antwerpse regisseur, die onze vaderlandse pers al te lang in de schaduw van Michaël R. Roskam en Felix van Groeningen laat staan. Maar met Waste Land – een dijk van een prent – toont Van Hees dat ook hij z’n plaats in de spotlights verdient.

Het verhaal draait rond de Brusselse inspecteur Leo (Dardenne-habitué Jérémie Renier), die zich obsessief verliest in de moordzaak van een jonge Congolees, terwijl hij in een relatiecrisis verzeilt met z’n zwangere vrouw Kathleen (de crimineel ondergewaardeerde Natali Broods). In negen van de tien films die zulke plotlijnen aan elkaar koppelen, raakt het evenwicht zoek, maar niet in Waste Land. Van Hees linkt de twee aan elkaar in de structuur van zijn film – de vooruitgang in de moordzaak wordt gemeten aan de hand van de zwangerschapsweken van Kathleen – en wat er gebeurt in het ene verhaal heeft een directe impact op het andere.

Bovendien giet Van Hees het emotionele verval van het hoofdpersonage in een visueel verbluffende film. De cinematografie is dan wel niet langer van de hand van Nicolas Karaktatsanis (die verantwoordelijk was voor de donkere look van Linkeroever), maar director of photography Menno Mans laat Waste Land naadloos aansluiten bij Van Hees’ eerdere werk. De stadsjungle van Brussel zag er nog nooit zo fascinerend uit, en nachtmerrieachtige sequenties vermengen zich op een heerlijke manier met de duistere werkelijkheid waarin Leo z’n onderzoek voert. De eerste conversatie tussen Leo en de hoofdverdachte is alleen al door de belichting van een intensiteit die we hier zelden gezien hebben.

En dat geldt min of meer voor de hele film: Waste Land vindt de perfecte balans tussen spanning en drama, op een manier die je associeert met de gouden jaren ’70-periode van de Amerikaanse cinema. De grimmige en mysterieuze sfeer versterkt de sowieso al krachtige plot, en de geweldige acteerprestaties van Renier en Broods verheffen de film naar een nog hoger niveau. Wanneer het scherm zwart wordt na die geweldige slotcompositie, kan je niet anders dan besluiten dat dit briljante cinema is. Wees maar zeker: Film Fest Gent 2014 is de editie waarop Pieter Van Hees zich tot een Groots Regisseur ontpopte.

@Ewoud51