14.10.2014
Vertigo in Gent: blog 1
De rode loper op het 41e Film Fest Gent wordt dit jaar ontmaagd door Erik Van Looy. Dat doet de Vlaamse filmmaker samen met de actrices – en blonde schoonheden – Isabel Lucas en Rachael Taylor. Met zo’n mooi vrouwvolk zou je bijna vergeten waarom ze op de rode loper vertoeven: The Loft. Van Looy vertrok in 2011 naar de Verenigde Staten om Loft, de Vlaamse thriller waarmee hij in 2008 honderdduizenden Vlamingen naar de bioscoop lokte, in een Amerikaans jasje te steken. Drie jaar en heel wat distributieperikelen later krijgen we eindelijk de kans om het eindproduct met eigen ogen te ontdekken.
Is de film nu een bioscoopbezoek waard? Het warm water heeft Van Looy met de The Loft alleszins niet uitgevonden. Hij blijft zeer trouw aan het bronmateriaal van Bart De Pauw en zorgt – als je het origineel bekeken hebt – voor weinig narratieve verrassingen. Of veel als je zoals ondergetekende elke plottwist bent vergeten. Maar iedereen kent natuurlijk het verhaal nog wel: vijf vrienden delen een loft waar ze met jonge scharrels in bed kunnen duiken, maar het gaat mis als er een lijk in het pand wordt aangetroffen.
Aan de inkleding is echter het een en ander veranderd . Het camerawerk wordt ditmaal verzorgd door Nicolas Karakatsanis, die zijn talent al bewees met Rundskop (2011) en het recente The Drop. Alles ziet er dan ook zeer strak en professioneel uit. Jammer genoeg gooit de muziekscore van John Frizzell soms wat roet in het eten. Ook het acteerwerk is eerder wisselvallig te noemen. Maar ‘onze’ Matthias Schoenaerts blinkt net zoals in het origineel uit als heethoofd van dienst en ook James Marsden stelt niet teleur.
Het tempo kent nooit een dipje en het is duidelijk dat de regisseur nog steeds een grote fan is van degelijke genrecinema zoals Brian De Palma die ooit maakte. The Loft hoeft dan ook niet onder te doen voor de Vlaamse tegenhanger.
Een andere Vlaming waar veel van wordt verwacht is Bas Devos. Hij tracht in zijn eerste langspeler Violet de pijn en de leegte van een groot en persoonlijk verlies te vatten. Dat doet hij met lange shots en een symbolische mise-en-scène, die sommigen waarschijnlijk als een langdradige marteling zullen ervaren. Toch is het een film die je op eigenzinnige manier een stomp in de maag geeft, of je de zaal nu al zuchtend van frustratie verlaat of niet.
De film die me het meest kon plezieren tijdens mijn eerste dag in Gent is het Chinese Black Coal, Thin Ice. De Gouden Beer-winnaar schetst geen fraai beeld van de Chinese samenleving, is zeer somber en doet soms denken aan het Zuid-Koreaanse Memories of Murder. Toch mag je jezelf niet laten afschrikken door die beschrijving, want de film werkt ook op de lachspieren. Regisseur Diao Yi’nan overgiet zijn verhaal namelijk met een heerlijke zwart-komische saus die het geheel perfect op smaak brengt.
Bring it on, Gent!