23.04.2016
Taxi Driver: De reünie
De veertigste verjaardag van Taxi Driver werd donderdag gevierd met een heus filmfeest. Cast en crew kwamen samen op het Tribeca Film Festival voor een speciale screening van de film, gevolgd door een gesprek. Regisseur Martin Scorsese bracht acteurs Robert De Niro, Jodie Foster, Harvey Keitel en Cybill Shepherd met zich mee, en ook schrijver Paul Schrader en producer Michael Phillips waren van de partij. Een overzicht van hun herinneringen.
Het kapsel
De iconische mohawk die de metamorfose van hoofdpersonage Travis Bickle tot verknipte vigilante illustreert, stond aanvankelijk niet in het script. Scorsese en De Niro kregen het idee toen een vriend die lid was van de Special Forces, foto’s van missies in Cambodja en Laos toonde, waarop militairen hetzelfde kapsel droegen. De transformatie van De Niro’s echte haar, dat hij had laten groeien voor The Last Tycoon, naar de mohawk liep echter niet van een leien dakje. Uiteindelijk bracht make-upartiest Dick Smith soelaas.
De pooier
Het duurde even voordat Scorsese de anekdote uit Keitel loskreeg, maar uiteindelijk gaf de acteur toch toe. Keitel, die in de film de pooier van het door Jodie Foster vertolkte straatmadeliefje speelt, wou ter voorbereiding een echte pooier ontmoeten. Eerst polste hij zonder succes bij een prostituee, maar uiteindelijk vond hij een voormalige pooier, met wie hij een aantal weken improviseerde. “Hij leerde me alles over zijn vak”, aldus Keitel. “Ik speelde het meisje en hij toonde me wat een pooier zou doen. We deden goede zaken samen.”
De finale
Het bloederige einde van Taxi Driver is een cinematografisch hoogstandje. Scorsese laat de kijker Bickles nietsontziende slachtpartij volgen middels een overhead tracking shot, een ononderbroken shot van bovenaf op de actie. Voor deze camerabeweging moest de productie een plafond openbreken, wat drie maanden in beslag nam.
Maar alle voorbereiding ten spijt mocht het filmen van die scène maar twintig minuten in beslag nemen. Deze beperking lang aan het feit dat Jodie Foster ten tijde van de opnames nog maar twaalf was en dus onderhevig aan de wet op kinderarbeid. Scorsese en zijn team kregen het echter in die korte tijd voor mekaar: “We hadden er een jaar naartoe gewerkt. Het lukte ons in twee takes.”
Hoe gruwelijk die eindscène er op het scherm ook uitziet, de jonge Foster had er vooral plezier aan. “Het was fantastisch,” vertelde de actrice. “Ik herinner me nog dat Dick Smith rondliep met liters als bloed fungerende siroop, waar van alles in dobberde.”
De score
Hoewel Scorsese in zijn andere films vaak pop en rockmuziek gebruikt, koos hij voor Taxi Driver voor een andere aanpak. De regisseur legde uit dat zijn normale modus operandi niet bij de introverte Bickle paste. Om de emoties van het hoofdpersonage toch muzikaal weer te kunnen geven, deed Scorsese een beroep op de legendarische filmcomponist Bernard Herrmann. De vaak wispelturige man, bekend van zijn samenwerkingen met Hitchcock, voltooide de meesterlijke soundtrack één dag voor hij stierf.
Scorsese vertelde dat hij voor het eindakkoord, wanneer Travis denkt iets in de spiegel te zien, een speciaal geluid nodig had. Herrmann vulde aan: “Je bedoelt een sting, een steek.” Hij liet de xylofoonspeler een aantal keren zijn instrument aanslagen, maar de regisseur was nog steeds niet overtuigd. Daarna zei Herrmann: ‘Speel het geluid achterstevoren af.’ en liep de studio uit. Dat was de laatste keer dat Scorsese hem zag.
Bron: Entertainment Weekly