Stellan Skarsgård vertolkte Professor Erik Selvig in onder meer Thor en The Avengers, maar maakt zich zorgen om de dominantie van superheldenfilms in het bioscooplandschap.

Volgens Skarsgård is er zeker en vast ruimte voor superheldenfilms, maar maken ze deel uit van een systeem waarbij een kleine groep mensen de helft van de rijkdom ter wereld bezit en alleen grote studio’s en bioscoopketens gebaat zijn.

“Er zijn bijna geen kleine en onafhankelijke cinema’s meer, behalve in een handvol grote steden,” zegt Skarsgård. “Er zijn geen distributiekanalen meer voor films met middelgrote budgetten en zowel de beste acteurs als scenario’s omdat ze geen drie miljoen dollar kunnen ophoesten voor een marketingcampagne. Wanneer ze toch worden vertoond op het grote scherm, verdwijnen ze na een week, tenzij ze het goed doen.”

Skarsgård voegt eraan toe dat het er vroeger anders aan toeging en noemt de bioscooprelease van Francis Ford Coppola’s The Godfather als voorbeeld. “De film was aanvankelijk in slechts honderd Amerikaanse cinema’s te zien,” zegt de acteur. “Nu verschijnen grote films in 4000 cinema’s.”

“The Godfather had een bescheiden marketingcampagne in The New York Times, maar werd steeds succesvoller omdat het zo’n goede film was,” vervolgt hij. “Nu krijgt mond-tot-mondreclame geen kans meer en dat is jammer.”

De acteur vindt dat blockbusters en arthousefilms naast elkaar zouden moeten bestaan, maar dat multinationals zoiets onmogelijk maken. “Studio’s worden gerund door bedrijven die het niet kan schelen of ze films of tandpasta verkopen zolang ze hun tien procent winst krijgen.”

“Toen AT&T de nieuwe eigenaar werd van Warner, kreeg HBO onmiddellijk de opdracht om luchtigere en commerciëlere programma’s te maken,” vervolgt hij. “HBO was al winstgevend, maar niet genoeg voor een investeerder.”

Bron: The Playlist