17.04.2014
The Sequels Ewoud Loves/Hates to See
Hollywoods voorliefde voor vervolgfilms is de laatste jaren zo uit de hand gelopen, dat men is beginnen spreken van sequelitis. Gelukkig bewijzen titels als The Amazing Spider-Man 2 dat sequels niet per se tweederangsfilms hoeven te zijn. Al zijn er uiteraard voldoende soortgenoten die het tegendeel bewijzen. Onze medewerkers maakten lijstjes van de beste en de slechtste vervolgfilms die ze ooit onder ogen kregen. Ga dat (niet) zien!
Redactielid en jong veulen Ewoud Ceulemans wikt en weegt.
LOVE
Das Testament des Dr. Mabuse (1933) van Fritz Lang
Meer dan tien jaar na het stille epos Dr. Mabuse, der Spieler draaide de Duitse meesterfilmer Fritz Lang een dijk van een vervolgfilm. Das Testament is dankzij z’n kortere speelduur – twee uur in plaats van vierenhalf – en strakkere plot zelfs superieur aan z’n voorganger. Let op: dit resultaat van Langs vakmanschap is vooral te klasseren in de categorie ‘stilistische pareltjes’.
Evil Dead II (1987) van Sam Raimi
Een sequel die tegelijk een halve remake is van z’n voorganger: het klinkt geflipt. Laat dat dan ook dé term zijn om Evil Dead II mee te beschrijven. Raimi’s cultklassieker is een knettergekke horrorkomedie, waarin het legendarische hoofdpersonage Ash (Bruce Campbell) het andermaal opneemt tegen geschifte demonen. Groovy!
Before Midnight (2013) van Richard Linklater
Het (voorlopige?) hoogtepunt van Richard Linklaters Before-films. Before Midnight voelt angstaanjagend menselijk aan, maar is in al zijn bitterzoetheid ook ongelooflijk meeslepend. Soms pijnlijk, soms grappig, maar altijd bijzonder ontroerend en buitengewoon prachtig om naar te kijken.
HATE
Star Wars: Episodes I-III (1999-2005) van George Lucas
Of: hoe een klassieke sci-fitrilogie plots een wrange nasmaak krijgt. George ‘moet er hier nog iets uitgemolken worden?’ Lucas zorgde voor een prequel-trilogie die weinig tot niets waard is. Darth Vader, één van de coolste slechteriken uit de filmgeschiedenis, blijkt plots een wufte loser (Hayden Christensen), het enthousiasme waarmee Ewan McGregor gestalte geeft aan Obi-Wan Kenobi daalt elke film en de regie zuigt elk druppeltje magie vakkundig weg.
Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull (2008) van Steven Spielberg
Of: hoe een klassieke avonturentrilogie plots een wrange nasmaak krijgt. Meer dan 20 jaar nadat Indiana z’n hoed en zweep had opgeborgen, halen Steven Spielberg en George Lucas – wéér hij – onze archeologenheld vanonder het stof. Het resultaat is niet zo’n ramp als de Star Wars-prequels, maar digitale marmotten, een weinig indrukwekkende slechterik (Cate Blanchett) en een van de pot gerukte finale zorgen voor een eeuwige smet op Indiana’s blazoen.
Ocean’s Twelve (2004) van Steven Soderbergh
Of: hoe een ingenieuze heist movie plots een wrange nasmaak krijgt. Soderbergh bewijst dat hij nog steeds kan filmen, maar het hippe, postmoderne toontje van Ocean’s Eleven (2001) wordt hier irritant zelfgenoegzaam. De ingenieuze trucs waarmee Danny Ocean en de zijnen hun kraak plegen, zijn zo vergezocht dat ze potsierlijk worden. Gelukkig zou Soderbergh zich drie jaar later grotendeels herpakken met het onderschatte Ocean’s Thirteen (2007), waarin de formule wél weer werkt.
@Ewoud51