Robert Pattinson heeft onhult dat hij zich volledig heeft overgegeven aan zijn personage in Robert Eggers’ The Lighthouse. Daarin vertolkt hij een vuurtorenwachter die langzaamaan gek wordt.

“Een uur voor de opnames van een scène begon ik mij als een krankzinnige te gedragen,” zegt hij. “Zo zat ik op de grond te grommen en modderplassen op te likken.”

Samen met zijn tegenspeler Willem Dafoe werd Pattinson ook stomdronken op de set. “Ik was zo goed als buiten bewustzijn,” zegt hij, “en ik probeerde over te geven en plaste in mijn broek. Het was walgelijk.”

Op een gegeven moment moest Eggers zelfs ingrijpen. “In een bepaalde scène ligt Willem op mij te slapen,” zegt Pattinson. “We waren allebei ladderzat en ik was aan het kokhalzen.”

“Willem maakte duidelijk dat hij de set zou verlaten als ik op hem kotste,” vervolgt hij, “en Robert berispte mij. Ik had echter geen flauw benul wat er aan de hand was.”

Ook tijdens het doornemen van het script liepen de spanningen hoog op, omdat Pattinson een bloedhekel heeft aan repeteren.

“Ik kon niet doen wat ze van mij verwachtten,” zegt hij. “Robert was razend omdat ik gewoon eentonig mijn tekst zat af te rammelen, maar ik kan pas acteren als ik op de set sta.”

“Ik dacht dat ik nog voor de opnames zou ontslagen worden,” vervolgt hij. “We waren zo kwaad op elkaar tijdens de repetities dat ik op het einde van de dag met slaande deuren naar huis ging.”

Bron: IndieWire