Vertigo

Een duizelingwekkende dosis cinema

Vertigo

27.07.2021

Recensie Titane

door Chiara Candaele

Wat zou het filmfestival van Cannes zijn zonder zijn staande ovaties en wilde geruchten over walkouts en hyperventilerende toeschouwers? Het Frans-Belgische Titane, de tweede langspeelfilm van Julia Ducournau, mocht beide op zijn conto schrijven. Ducournau’s Grave-opvolger kon juryvoorzitter Spike Lee en de zijnen bovendien zodanig bekoren dat de scenariste-regisseuse er de Gouden Palm voor kreeg – slechts de tweede keer dat deze allerhoogste onderscheiding een vrouw toekomt én een primeur voor een film in het horrorgenre.

In Titane volgen we enerzijds pitspoes Alexia (Agathe Rousselle), die als kind na een auto-ongeluk een titanium plaat in haar schedel kreeg ingeplant en als volwassene een wel heel verregaande autofetisj heeft ontwikkeld. Anderzijds maken we kennis met Vincent (Vincent Lindon), een overjaarse brandweerman die de aftakeling van zijn rosbiefkleurige lijf afremt met anaboleninjecties en wiens zoon Adrien al sinds zijn kindertijd vermist wordt. De verstrengeling van hun getormenteerde levens levert onvergetelijke en grensverleggende cinema op die de kijker naar adem doet happen en aanzet tot reflectie over wat ‘mannelijk’, ‘vrouwelijk’ en zelfs ‘menselijk’ is.

Een waarschuwing: Titane is niet voor doetjes. Omdat de kijker niet met de machinale Alexia kan meeleven, gebruikt Ducournau lichamelijke pijn om een band tussen met het publiek te smeden. Vooral bij de gepiercete medemens zal dit trucje zijn effect niet missen. Wie echter de kannibalistische schranspartijen van Grave kon verteren, zal Titane ook wel kunnen smaken. Voor de gevoeligste kijkers: de gruwelijkste sequenties passeren tijdens het eerste halfuur.

Het scenario van Titane is eerder lineair en traditioneel – wellicht het enige element van deze film waarop dat laatste adjectief van toepassing is. In een interview met Vertigo omschreef Ducournau Titane als ‘een barokke film die steeds meer vervelt naar zijn intieme essentie’. Voordat die kern – die zich inderdaad al vroeg laat voorspellen – onthuld wordt, moet de kijker zich echter een weg banen door een kronkelend oerwoud vol metaforen over de kneedbaarheid van het menselijke lichaam en familierelaties. Wanneer de apotheose dan eindelijk bereikt wordt, wordt de toeschouwer gedwongen om alle houvasten en conventies over gender en verwantschap los te laten. Voor de ene kijker zal dat bevrijdend werken, anderen zullen verward en verontrust achterblijven.

Toch is dit geen al te taaie, cerebrale cinema. In Titane staat immers niet het woord, maar het lichaam centraal. Als een ware choreografe coacht Ducournau nieuwkomer Rousselle en veteraan Lindon, die beiden ter voorbereiding intense fysieke trainingen ondergingen. De dialogen zijn kort en karig. Ducournau laat vooral het beeld spreken. Hier en daar demonstreert ze ook dat ze haar eigen monsterlijke geest kan intomen door humor in te zetten of de camera net op tijd af te wenden. Onder minder kundige en beheerste handen was deze filmische rollercoaster ongetwijfeld helemaal ontspoord. De bijdrage van de Belgische director of photography Ruben Impens, die de hersenspinsels van Ducournau al voor de tweede keer in zinderende beelden omzet, mag hierbij trouwens allerminst worden geminimaliseerd.

Titane ervaar je het beste als een bungeesprong: niet omkijken en je zonder aarzelen laten vallen in het duizelingwekkende universum waar Ducournau heer en meester is. Vergeet daarom al het bovenstaande en rep je in zesde versnelling naar de dichtstbijzijnde bioscoop!

Regie Julia Ducournau
Cast Agathe Rousselle, Vincent Lindon, Garance Marillier
Speelduur 1u48      
Vanaf 28 juli in de bioscoop

Chiara Candaele is medeoprichtster van Girls on Film, een feministisch filmcollectief dat screenings organiseert van films door en over vrouwen.

Lees meer over: