30.08.2021
Recensie Shang-Chi and the Legend of the Ten Rings
Het titelpersonage van de 25e Marvel-film werd gecreëerd vanwege de populariteit van de televisiereeks Kung Fu en de martial arts-films met Bruce Lee in de jaren zeventig. Om de superheld Shang-Chi wat diepgang te geven, maakte men van hem de zoon van de superslechterik Fu Manchu. Marvel bezat korte tijd de rechten op die naam, een creatie van schrijver Sax Rohmer, en zag een interessant conflict tussen de goede Aziatische superman en de bekende opperbooswicht.
Ondertussen zijn we bijna vijftig jaar verder en heeft Marvel het racistische stereotype dat Fu Manchu was al lang uitgespuwd, maar de boosdoener hangt toch nog als een donkere schaduw over deze film. Hij stond vele jaren symbool voor het ‘gele gevaar’, de angst van het Westen om onder de voet gelopen te worden door Azië. Marvel dacht nu de duistere erfenis uit te wissen door Fu Manchu te mixen of te vervangen door The Mandarin, een tegenstander van Iron Man, en hem zelfs een nieuwe naam (Wenwu) te geven. Wie de popcultuur van de 20e eeuw echter een beetje kent, denkt hoe dan ook aan Fu Manchu. China overigens ook, want men zou de film onder meer omwille de aanwezigheid van Fu Manchu willen bannen.
Jongeren zullen zich waarschijnlijk niet storen aan die onappetijtelijke erfenis en iedereen moet toegeven dat Tony Leung Wenwu als een interessant personage neerzet. In ieder geval interessanter dan Shang-Chi (Simu Liu), een nogal kleurloze Jackie Chan-kloon die aanvankelijk weigert om zijn superkrachten te gebruiken. Wanneer ook nog de vroegere nep-Mandarin uit Iron Man 3 – Sir Ben Kingsley als comic relief – opduikt, wordt Shang-Chi helemaal van het scherm gespeeld.
Marvel zag in Shang-Chi and the Legend of the Ten Rings waarschijnlijk een MCU-aflevering die door zowel Amerikanen, Europeanen als Aziaten omarmd zou worden, maar de film voelt aan alsof hij alleen voor de Amerikaanse markt gemaakt werd. Het is Aziatische cinema door een Amerikaanse bril. De eerste grote vechtscène werd bijna letterlijk gekopieerd uit bekende wuxia-films zoals Hero van Zhang Yimou of Crouching Tiger, Hidden Dragon van Ang Lee. Daarna mag Shang-Chi voluit Jackie Chan imiteren in een sequentie die verdacht veel lijkt op de legendarische stunts uit Police Story en New Police Story. En vervolgens krijg je een knokpartij die wel door Tsui Hark in beeld gezet zou kunnen zijn.
Geen bijster originele cinema dus, zeker niet als je weet dat de finale een onvervalste CGI-stortvloed op zijn Marvels is. Onbevooroordeelde tieners zullen zich echter twee uur kostelijk amuseren, tenzij ze snakken naar origineel absurdisme à la Thor: Ragnarok.
>>Klap
De 25e MCU-film is een modern sprookje over een jongeman van Chinese origine (Simu Liu) die op volwassen leeftijd geconfronteerd wordt met zijn boosaardige vader (Tony Leung). Geïnspireerd door de films van Jackie Chan (Police Story), Zhang Yimou (Hero) en Ang Li (Crouching Tiger, Hidden Dragon).
Regie Destin Daniel Cretton
Cast Simu Liu, Awkwafina, Ben Kingsley
Speelduur 2u12
Vanaf 1 september in de bioscoop