10.10.2017
Recensie Detroit
Jaren geleden beweerde acteur Tom Sizemore dat Strange Days eigenlijk geregisseerd werd door producent James Cameron, en niet door diens ex-vrouw Kathryn Bigelow. Geen mens die deze seksistisch onzin nu nog gelooft. Bigelow heeft zich ondertussen bewezen als een van de beste Amerikaanse filmmakers anno nu.
Sinds ze in 2008 begon samen te werken met journalist-scenarist Mark Boal is haar werk er alleen maar beter op geworden. Detroit is een minstens even grote eyeopener als voorgangers The Hurt Locker en Zero Dark Thirty. Die drie films vormen samen een straffe analytische trilogie over het Amerika van na 9/11, met als hete hangijzers de Amerikaanse oorlogszucht, de dubieuze War on Terror en het hardnekkige racisme.
Detroit mag zich dan wel afspelen in 1967, hij voelt brandend actueel aan. De film neemt een opvallend rustige aanloop met knap uitgewerkte exposition. Bedoeling is de macrosituatie te schetsen en de personages te introduceren. In de hoofdstad van Michigan ontstaan hevige rellen nadat de overwegend blanke politie een illegale bar vol kleurlingen is binnengevallen. Dat de politie de arrestanten langs de voordeur moet buiten leiden, ervaren de woedende zwarte buurtbewoners als een flagrante provocatie. En de bom barst.
In het tweede deel wordt overgeschakeld van het macro- naar een microniveau. Om de rellen enigszins onder controle te krijgen wordt het leger uitgestuurd. Wanneer uit een motel een schot weerklinkt, denken de politie en het leger meteen aan een sluipschutter. Enkele blanke agenten en een zwarte veiligheidsagent (John Boyega) arriveren nog voor het leger in het motel. Vervolgens loopt alles fout. De blanke agenten zijn er immers rotsvast van overtuigd dat ze de aanwezigen van het pand kunnen doen bekennen, met als resultaat een nacht vol racistische terreur, beter bekend als het beruchte Algiers Motel Incident.
In het derde luik schakelt Bigelow van een nagelbijter naar een rechtbankdrama. Een heel interessante aanpak, want ze had dat deel makkelijk kunnen samenvatten in een paar zinnen op een pancarte. Maar juist door van toon te veranderen en langzaam uit te bollen, vermijdt ze een bruusk einde en zorgt ze voor een contemplatieve afronding.
Het spannende middenstuk waarin de racistische flikken hun gang gaan, blijft je echter nadien achtervolgen zoals de douchescène uit Psycho. Het is een lange sequens waarbij Bigelow, hoewel ze naar extreem realisme streeft, soms dicht in de buurt van het horrorgenre en de gitzwarte komedie komt. Dat is uiteraard het gevolg van de dramatisering van de situatie. Bigelow maakt immers geen documentaires. Om die reden heeft ze ook Will Poulter (Son of Rambow) gecast als de leider van de racisten. De jonge acteur – die in de running was voor de rol van Pennywise in It – hoeft slechts één wenkbrauw op te trekken, en verandert in een verdorven klootzak.
Conclusie: net zoals Get Out laat Detroit op een slimme en emotionele manier voelen dat er nog heel veel werk aan de winkel is.
>>Klap
Kathryn Bigelow (The Hurt Locker) brengt in haar derde samenwerking met journalist-scenarist Mark Boal een spannende reconstructie van het Algiers Motel Incident tijdens de rassenrellen van 1967 in Detroit. In het vaarwater van Paul Greengrass-docudrama’s zoals Bloody Sunday, United 93 en Captain Phillips van Paul Greengrass.
Regie Kathryn Bigelow
Cast John Boyega, Will Poulter, Anthony Mackie
Speelduur 2u23
Vanaf 11 oktober in de bioscoop