Vertigo

Een duizelingwekkende dosis cinema

Vertigo

01.07.2020

Recensie De spiegel

door Chris Craps

Toen de Russische cineast Andrej Tarkovski in 1975 zijn film De spiegel bij Goskino, het VAF van de toenmalige USSR, indiende, werd deze door het hoofd van het staatsorgaan geweigerd. De reden was eenvoudig: de arme communistische bureaucraten begrepen er geen snars van. Omdat Tarkovski dreigde met uitwijken, kreeg de prent dan toch de zegen van de overheid.

Hoewel Goskino het vertikte om de film in te zenden voor het filmfestival van Cannes, bereikte De spiegel vrij snel Europa, al waren ook de meningen van de westerse critici verdeeld. Sommigen vonden het een meesterwerk, anderen waren teleurgesteld in ‘een mislukte film van een groot auteur’.  Zo’n 45 jaar later blijven de meningen verdeeld. Zij die De spiegel de hemel in prijzen, zijn echter meer dan ooit overtuigd dat dit een van de beste films aller tijden is. De gerestaureerde versie moet een nieuwe generatie cinefielen laten proeven van wat je nog het best kunt omschrijven als een filmgedicht.

De spiegel bestaat een reeks fragmenten, geacteerde scènes en archiefbeelden in kleur, zwart-wit en sepia, die schijnbaar losjes en op niet-lineaire wijze bij mekaar werden gevoegd. Soms praat een personage tegen een onbekende naast de camera en in enkele scènes wordt de actie begeleid door een voorgelezen gedicht (van Tarkovski’s vader). Het is aan de toeschouwer om deze puzzel te doorgronden. Dat hoeft uiteraard niet, want Tarkovksi zag zijn film vooral als een audiovisuele symfonie, een werk dat meer aansluit bij muziek dan bij klassieke narratieve cinema.

Intussen zijn we al het een en ander gewoon en worden de films van Terrence Malick, David Lynch en Robert Eggers bijna als mainstream beschouwd. Niet-lineaire vertellingen zijn zelfs doorgedrongen tot de beeldbuis en dus voelt De spiegel anno 2020 minder hermetisch aan dan in 1975. Er valt bovendien echt wel een narratief te bespeuren. Tarkovski reikt je hier en daar een sleutel aan: een poster van Andrei Rublev, zijn tweede film uit 1966, is slechts één van de indicatoren dat De spiegel deels autobiografisch is.

Het wordt vrij snel duidelijk dat we hier te maken hebben met een collage van beelden uit de herinneringen van Tarkovski en  zijn coscenarist Alexandr Mesharin, Er zijn een aantal terugkerende personages en thema’s: de moeder (jong en oud), de afwezige vader, de jongeling (Tarkovski en Mesharin als kinderen), de oorlog, Leonardo Da Vinci… Daarmee kun je het verhaal min of meer zelf opbouwen. De spiegel reflecteert echter niet alleen het verleden van de schrijvers, maar ook de Russische ziel.

Het helpt zeker en vast dat je ter voorbereiding het leven van Tarkovski bestudeert, zijn oeuvre (en dan vooral Ivan’s jeugd, Andrei Rublev en Het offer) bekijkt en zijn zeer invloedrijk boek Sculpting in Time leest. Indien Tarkovsk nog zou leven, had hij je waarschijnlijk ook nog gevraagd om geduld te oefenen en je te onderdompelen in zijn filmgedicht.

Persoonlijk vond ik er op mijn 18e geen zak aan, maar sinds ik hem in de loop van de jaren een tweede, derde en nu vierde keer bekeek, ben ik radicaal van mening veranderd. Grijp dus je kans om deze merkwaardige film in een gerestaureerde versie in de bioscoop te bekijken.

>>Klap

Het meest autobiografische werk van de Russische cineast Andrej Tarkovski, dat je met geen enkele andere film kunt vergelijken, biedt zich aan als een intiem en niet-lineair filmgedicht over herinneringen en de Russische ziel. De gerestaureerde versie in de bioscoop is een absolute must voor hardcore cinefielen.

Regie Andrej Tarkovski
Cast Margarita Terekhova, Ignat Daniltsev, Larisa Tarkovskaya
Speelduur 1u46
Vanaf 1 juli in de bioscoop

Lees meer over: