17.01.2017
Recensie Brimstone
Weidse landschappen. Absolute vrijheid. Avontuur achter elke bocht. De tijdloze strijd van goed tegen kwaad. Er zijn redenen genoeg waarom de western – met ups en downs weliswaar – zo’n aantrekkingskracht blijft uitoefenen. Brimstone demonstreert dat ook de Nederlandse regisseur Martin Koolhoven (Oorlogswinter) al van kindsbeen een grote fan van het genre is.
De film begint in peis en vree, al voel je al meteen dat die niet lang zal duren. We maken kennis met Liz (Dakota Fanning), een jonge vrouw die met haar man en hun beide kinderen in een pioniershuis woont, aan de rand van het bos. Omdat ze geen tong heeft, kan ze zich niet verstaanbaar maken, maar dat weerhoudt haar niet om met grote deskundigheid vrouwen te helpen bij de bevalling.
En dan komt de dag dat de predikant (Guy Pearce) arriveert. Zijn eerste sermoen is er meteen een vol donder en bliksem, een kwezelpreek waar een doordringende zwavelgeur rond hangt. Veel erger voor Liz is dat ze de man kent. Hij is een monster dat ze nooit meer hoopte terug te zien maar dat haar nu gevonden heeft.
Koolhoven verdeelt zijn western onder in vier hoofdstukken, die elk een Bijbelse titel meekrijgen en samen het verhaal vertellen. Maar hij schikt ze niet chronologisch. Het eerste en laatste hoofdstuk volgen elkaar op, het tweede en derde vullen in omgekeerde volgorde het verleden in. Dat klinkt complexer dan het is, en eigenlijk helpt die puzzelstructuur om de spanning op te bouwen.
Brimstone experimenteert ook met het westerngenre op zich. Je kan zelfs stellen dat dit enkel een western is omdat hij zich toevallig midden 19e eeuw aan de grens van de beschaving in Noord-Amerika afspeelt. Naarmate het verhaal vordert, ontpopt hij zich meer tot een thriller, die soms zelfs de grens met de griezel overschrijdt. Koolhovens grote voorbeeld is dan ook The Night of the Hunter, Charles Laughtons donkere sprookjesthriller uit 1955 met Robert Mitchum als sadistische predikant.
Koolhoven amuseert zich zichtbaar met de zwaarwichtige en gezwollen thematiek — onderdrukte vrouwen, bekrompen religie, brutaal geweld — maar hij zorgt ervoor dat hij daarbij net niet over de schreef gaat. Tenminste, dat lukt hem tot ongeveer een half uur voor het einde. Je kan het precieze moment waarop de film onderuitglijdt zelfs exact bepalen: je hoeft enkel te letten op het silhouet van Kit Harington wanneer die met een zadel op de rug de kerk binnenstapt. Wat tot dan bedreigend en indrukwekkend leek, wordt plots behoorlijk ridicuul. Pearces duivelse dominee inbegrepen.
>>Klap
Midden 19e eeuw wordt een jonge Nederlandse immigrante belaagd door een demon uit de hel, en die draagt het strakke pak van een predikant. Brutale bloedwestern van Martin Koolhoven, die het midden zoekt tussen The Proposition en The Night of the Hunter.
Regie Martin Koolhoven
Cast Dakota Fanning, Guy Pearce, Carice van Houten
Speelduur 2u28
Vanaf 18 januari in de bioscoop