Bohemian Rhapsody was vanaf het begin gedoemd om te mislukken – toch als ernstige biopic met een originele invalshoek. Met bandleden Brian May en Roger Taylor als bewakers van het Queen-nalatenschap wist je dat de filmmakers amper creatieve vrijheid zouden krijgen. Voor een interessante visie op het verhaal van Queen en leadzanger Freddie Mercury had je een onafhankelijke en eigenzinnige persoon nodig die even eerlijk als meedogenloos kon zijn. Iemand zoals Sacha Baron Cohen, maar zijn film is er nooit gekomen.

Wat we wel gekregen hebben is de brave soapversie van het leven van Mercury, de getalenteerde migrant uit Zanzibar die in Londen in conflict raakt met zijn conservatieve ouders, een band sticht met enkele vrienden, wereldsuccessen scoort, door een losbandige homovriend op het slechte pad raakt, maar vlak voor zijn dood tot inkeer komt. Hij sluit de slechte vriend uit zijn leven en verzoent zich met zijn ouders die plots accepteren dat hun verloren zoon homo- of biseksueel is. Gelukkig kon Mercury tijdens zijn korte leven altijd steunen op zijn olijke vrienden/bandleden die praten als acteurs uit een ondermaatse Amerikaanse sitcom.

May en Taylor zullen wel blij geweest zijn met het script van Anthony McCarten, een man die in zijn werk (The Theory of Everything, The Darkest Hour) geschiedenisvervalsing, idealisering en sentimentaliteit hoog in het vaandel draagt. Het scenario maakt van de fascinerende, flamboyante en gulzige hedonist die Mercury was een wat onzekere en bij momenten zielige droogstoppel op zoek naar – hoe origineel – een beetje liefde.

Ook acteur Rami Malek slaagt er niet altijd in om Freddie ‘I want it all and I want it now’ Mercury tot leven te wekken. Zeker niet tijdens de dialoogscènes met die overdreven focus op Freddies gigantische overbeet. Maar op het podium weet Malek zich de typische Mercury-maniertjes en –bewegingen eigen te maken en vang je een kortstondige glimp op van wat deze film had kunnen zijn.

Bohemian Rhapsody is doorgaans irritant, maar nooit helemaal vervelend. Daar zorgt de muziek grotendeels voor. Die is van zoveel camp doordrongen dat je de glamrock van de jaren 70 zo in je voelt opborrelen. Wie echter iets meer wil weten over Queen en Mercury doet er best aan het uitstekende Freddie Mercury: The Great Pretender te bekijken. Die documentaire maakt je niet alleen bewust van hoe flauw en nietszeggend Bohemian Rhapsody wel is, maar ook van het feit dat de echte Freddie zoveel geestiger en interessanter was dan zijn collega’s ons willen doen geloven.

>>Klap

X-Men-regisseur Bryan Singer brengt een heel klassieke en familievriendelijke versie van het levensverhaal van Queen-frontman Freddie Mercury. Lichtjes verwant met de Bobby Darin-piopic Beyond the Sea.

Regie Bryan Singer
Cast Rami Malek, Lucy Boynton, Tom Hollander
Speelduur 2u14
Vanaf 31 oktober in de bioscoop