11.07.2015
Schilderkunstjes
Met Que viva Eisenstein krijgen we deze week nog eens een film van Peter Greenaway in de zalen. Dat was alweer een tijdje geleden voor de Britse regisseur, die zich in de tweede helft van de jaren tachtig en de eerste helft van de jaren negentig nog een leidende figuur van de alternatieve cinema mocht noemen.
Ik herinner me nog levendig de tijd waarin films als The Belly of an Architect, Drowning by Numbers en The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover behoorlijk wat volk lokten. Die dagen zijn voorbij, geeft Greenaway (73) zelf toe. “Ik ben een dwaas oud fossiel dat films maakt waar niemand nog naar omkijkt”, vertrouwde hij me toe op de Berlinale, waar Que viva Eisenstein in wereldpremière ging. Hij zei er wel in één adem bij dat het probleem ook bij het publiek ligt, dat niet geleerd heeft hoe het naar beelden moet kijken. Greenaway heeft die kennis wel. Hij wou oorspronkelijk kunstschilder worden, en die interesse is tot vandaag zichtbaar in diens werk.
Stillevens
Greenaway was altijd al gefascineerd door levenloze voorwerpen en wat ze kunnen vertegenwoordigen. In de schilderkunst heet zoiets een stilleven, en vooral vroeg in zijn carrière speelde Greenaway daar graag mee. Het bekendste voorbeeld is misschien A Zed and Two Noughts, met zijn steeds terugkerende scènes van razendsnel verterende kadavers. Ook The Tulse Luper Suitcases past in dit kader, zijn driedelige multimediale project dat aan de hand van voorwerpen in 92 koffers de geschiedenis van de twintigste eeuw reconstrueert.
Rembrandt
Greenaway maakte twee films over de Nederlandse meester. In 2007 draaide hij Nightwatching, een fictieve benadering van Rembrandts leven terwijl hij De Nachtwacht schilderde. De film toont hem via zijn relatie met drie vrouwen: zijn echtgenote, zijn favoriete model en zijn bediende. In de hoofdrol herkennen we trouwens Martin Freeman. Een jaar later voegde Greenaway er nog Rembrandt’s J’Accuse aan toe, een uitdagend essay dat het schilderij interpreteert als een aanklacht tegen de Amsterdamse elite van de zeventiende eeuw.
De Barok
Rembrandt is niet de enige Nederlandse Barokschilder voor wie Greenaway een boontje heeft. Hij heeft een zwak voor de hele periode, wat geregeld terugkeert in de films van de Brit. Neem bijvoorbeeld The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover. De hele perverse fabel lijkt een aaneenschakeling van barokke schilderijen uit de zeventiende eeuw, zorgvuldig belichte tableaux vivants in diepe kleuren. Het is ook geen toeval dat het restaurant waar de actie zich afspeelt Le Hollandais heet, ook al is de chef een Fransman. Als De Nachtwacht trouwens een aanklacht was tegen de Amsterdamse burgerij, dan is The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover absoluut een uithaal naar de nouveaux riches die van Margaret Thatchers bewind profiteerden.
https://www.youtube.com/watch?v=PkN89QGybb0
Francis Bacon & Lucian Freud
In Que viva Eisenstein zien we nog een ander thema terug dat Greenaway al lang bezighoudt: de onesthetische vormen van het menselijke lichaam. Dat onderwerp zit onder meer ook in The Belly of an Architect, Nightwatching, Drowning by Numbers en The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover. Greenaway deelt die fascinatie met een hele reeks hedendaagse schilders, zoals Francis Bacon en Lucian Freud.