08.06.2016
Ma loute
Met de Franse regisseur Bruno Dumont weet je nooit helemaal wat je kan verwachten. Behalve dan verhalen over de inwoners van Frans-Vlaanderen. In zijn eerste dramatische film, La Vie de Jésus, wist Dumont pers en publiek te verrassen met een bijzonder rauwe en meedogenloze kijk op die streek en op personages die zo van een schilderij van Hieronymus Bosch leken gehaald te zijn. In zijn tweede film L’Humanité verdeelde hij echter zijn publiek door een enorm bizarre hoofdacteur en een traag voortslepend politieverhaaltje. Dumont keerde op een grootse manier terug met het bijzonder donkere Flandres. Om weer terug naar af te gaan met het vreselijke Camille Claudel 2015, een bijna plotloze freakshow waarin Juliette Binoche zich helemaal mocht laten gaan. Zelfs de gehandicapte figuranten moeten zich bij het aanschouwen van de Franse superster even in het haar hebben gekrabd. En dan, out of the blue, kwam Dumont op de proppen met een heel excentrieke komedie waarin hij de clichés van het detectivegenre helemaal aan flarden schoot. Weliswaar gemaakt voor televisie bleek P’tit Quinquin een werk dat amuseerde en fascineerde. Dumont vond het blijkbaar leuk om een komedie te maken, want hij deed het nu nog eens over, deze keer voor de bioscoop. Maar Ma loute is helaas een mindere Dumont geworden.
Ma Loute bevat alle ingrediënten van een typische Dumont-film: een reeks acteurs die perfect zouden zijn voor een remake van Deliverance, een moordmysterie en een harde antropologische kijk op klassenverschillen, religie, het disfunctionele gezin, het dictatoriale patriarchaat en vooral het alles verwoestende machismo. Maar zoals in P’tit Quinquin bekijkt Dumont dit alles door een komische bril. Het woord ‘komisch’ moet evenwel verduidelijkt worden. Wat Dumont als komisch serveert, is niet altijd bedoeld als een grap. Of er valt soms amper mee te lachen. De slapstick is soms zo kinderlijk en onnozel dat ze duidelijk verwijst naar de humor van prilste stille filmpjes van de Lumière-broers (L’Arroseur Arrosé). Heel nadrukkelijk overigens. Een scène met iemand die door zijn tuinstoel zakt, wordt een paar keer herhaald. Een enorm dikke man mag meer dan eens van de duinen rollen of tegen de vlakte gaan, om niet meer recht te komen. Binoche, die één van haar crisissen krijgt, mag eindeloos janken, tot de toeschouwer de wanhoop nabij is. Fabrice Luchine, als adellijke bultenaar, geeft zich over aan extreem overacteren. Er ontstaat op die manier wel een discrepantie tussen wat wij als een moderne, bijna experimentele komedie ervaren en een komedie die er geen wil zijn. Een uur houd je dat vol. Maar geen uur langer, want eens je door hebt waar Dumont naartoe wil, heeft het uitmelken van die primaire slapstick geen zin. De deconstructie van de periode van de stille film is interessant, maar je kan dat toch veel beknopter doen.
Dumont heeft zeker wat te vertellen, maar hij kent hier geen limieten, of hij is onzeker over zijn publiek. In ieder geval werkte P’tit Quinquin, als verrassing en als experiment, beter dan Ma loute. Met een flink gefilterde cut van zo’n anderhalf uur had de film beter gevaren. Niet alleen artistiek, maar ook commercieel. Maar ik vrees dat Dumont vooral kunst in zijn hoofd heeft. Ma loute herinnert in dat verband aan een boutade die toegeschreven wordt aan Jean-Luc Godard: “Een fietser gedurende 10 seconden in beeld brengen is (te) kort. Gedurende een minuut is het aanvaardbaar. Maar gedurende 10 minuten wordt het kunst.”
>>KLAP
De tweede komedie van de Franse cineast Bruno Dumont, na zijn miniserie P’tit Quinquin, is zowel een sarcastisch portret van het sluimerende conflict tussen twee families, als een excentrieke detectiveklucht met slapstickhumor uit de vroege Lumière-filmpjes.
Regie Bruno Dumont
Cast Fabrice Luchine, Juliette Binoche, Valeria Bruni Tedeschi
Speelduur 2u02
Vanaf 8 juni in de bioscoop