12.03.2016
Koning voetbal
Wie zijn eerste langspeelfilm Keeper noemt, moet niet verbaasd zijn dat de mensen spontaan aan voetbal denken, ook al gaat het verhaal in de eerste plaats over een tienerkoppel dat een kind verwacht. Regisseur-scenarist Guillaume Senez steekt het verband niet weg, al was het hem vooral om de metafoor te doen, legt hij uit.
Over voetbal en cinema
“Mijn coscenarist David Lambert en ik hadden al vroeg het idee om van Maxime, het hoofdpersonage, een voetballer te maken. We hadden een inzet nodig voor het verhaal, en bovendien vind ik voetbal een sport die filmisch veel mogelijkheden biedt, maar die nooit goed gebruikt is.”
Over voetbal als metafoor
“Maximes passie voor voetbal vormt een mooie metafoor voor wat hij meemaakt met zijn vriendin Mélanie. Als doelman heeft hij zo’n beetje de meest ondankbare positie op het plein. De keeper is niet de speler die een doelpunt zal scoren en zijn team de overwinning schenkt. Hij kan er enkel voor zorgen dat de schade beperkt blijft en in het beste geval de overwinning redden. Dat weerspiegelt de plaats van Maxime in het verhaal. Hij kan uiteindelijk niet beslissen of Mélanie het kind zal houden of niet. Hij kan enkel proberen om haar te beïnvloeden. Er is ook een link naar het huidige voetbal. Doelmannen krijgen op steeds jongere leeftijd steeds meer verantwoordelijkheid. Kijk naar AC Milan, waar soms een jongen van zestien in het doel staat. Dat is krankzinnig. Over die verantwoordelijkheid op jonge leeftijd wou ik het ook hebben.”
Over verlangen als thematiek
“Keeper is een film over verlangen. Het verlangen om het kind te houden en het verlangen om profvoetballer te worden. Geen van beide verlangens is per se redelijk. Een kind krijgen op je vijftiende is niet niks, en profvoetballer worden is een droom die 100.000 andere jongens in België ook koesteren. Ik wou dat hij geconfronteerd werd met de grenzen van zijn dromen en dat hij op die manier volwassener wordt. Hij leert inzien dat het verlangen op zich niet volstaat.”
Over zijn eigen voetbalcarrière
“Als regisseur vertel ik graag over dingen die ik ken en ik heb mijn hele leven gevoetbald. Ik heb lang in Boitsfort gespeeld, in tweede provinciale. Op een bepaald moment vroeg mijn trainer me of ik geen zin had om zelf ook trainer te worden van een jeugdploeg. Blijkbaar straalde ik op mijn twintigste al een bepaalde rijpheid uit. En ik stelde vast dat ik me geweldig amuseerde met die jonge gasten. Het geld dat ik als trainer en als speler verdiende, heeft trouwens mijn filmstudies gefinancierd. Later ben ik nog trainer geweest in nationale reeksen en heb ik mijn UEFA-diploma behaald. Toen ik kinderen kreeg en mijn carrière als regisseur van de grond kwam, ben ik moeten stoppen, maar ik blik met warme gevoelens terug op die periode uit mijn leven.”
Over Racing Club de Strasbourg
“De reden waarom Maxime in het opleidingscentrum van Racing Club de Strasbourg belandt, heeft te maken met de productiesteun die we vanuit de Franse regio Alsace gekregen hebben. We moesten dus ook een deel van de film daar draaien, en toevallig bleek dat Straatsburg over een magnifiek voetbalstadion met opleidingscentrum beschikt. Omdat de club financiële problemen heeft gekend en in de derde klasse is beland, zitten er momenteel minder jonge spelers in dat centrum, wat uiteraard perfect was voor ons.”