Als de coronacrisis geen roet in het eten had gestrooid, zou deze week het filmfestival van Cannes zijn begonnen. Ter gelegenheid vroeg de Amerikaanse krant The New York Times een aantal filmmakers naar hun favoriete Cannes-herinnering, waaronder de Belgische regisseurs Jean-Pierre en Luc Dardenne.

Zij wonnen al tal van prijzen in Cannes, waaronder de Gouden Palm voor Rosetta en L’enfant. “Cannes is onze tweede thuis en heeft onze films verwelkomd en er de aandacht op gevestigd,” zeggen de broers. “We hopen dat we volgend jaar kunnen terugkeren met Spike Lee als juryvoorzitter, zoals dit jaar de bedoeling was.”

Ondertussen roepen de broers op om stil te staan bij de rol van cinema in de maatschappij. “Volgens sommigen zijn streamingdiensten de toekomst en hun toenemende populariteit tijdens de coronacrisis zou daar een bewijs van zijn,” zeggen ze. “Bewijst die groei echter niet dat streamingdiensten beantwoorden aan de noden van een maatschappij in lockdown, waarin het echte sociale leven verdwenen is?” vervolgen ze en voegen eraan toe dat mensen sociale wezens zijn die graag samenkomen, zoals bijvoorbeeld in de bioscoop.

Bovendien vinden de Dardennes dat de coronacrisis een signaal is aan politici dat het basisrecht op gezondheid, onderwijs en cultuur moet worden gegarandeerd en uitgebreid. “We staan mogelijk aan het begin van een nieuwe vorm van solidariteit,” zeggen de regisseurs. “Het is aan ons om dat te willen.”