Voor hij begon aan de opnames van The Meg had hoofdrolspeler Jason Statham al ervaring met de Nieuw-Zeelandse wateren. Vele jaren geleden ging hij er namelijk duiken. Toch noemde hij de shoot een lastige ervaring.

“Het werk is anders dan op een filmset,” zei hij. “Je moet constant duikerspakken aan- en uittrekken. Soms sta je op het punt om je geduld te verliezen en het water is koud.”

Statham vond het ook niet gemakkelijk om te acteren tegenover een reuzenhaai. “Omdat zo’n wezens niet bestaan, moesten we heel creatief zijn,” zei hij. “Er werd een combinatie van CGI en modellen gebruikt en we moesten een beetje acteren en bewegen in het water. Het is heel knap hoe ze alles samenbrengen, maar het is lastig werken.”

Op een gegeven moment stonden de acteurs echter oog in oog met echte haaien. “We maakten een uitstap naar Fiji waar we met stierhaaien gedoken hebben. Dat zijn enorme beesten van drie meter lang en we waren er 15 tot 30 centimeter van verwijderd. Er waren 20 of 30 exemplaren die grote tonijnenhoofden gevoederd werden met de hand. Het was heel spectaculair en ik kan het iedereen aanbevelen.”

Zoals het zijn The Meg-personage betaamt, was Statham niet bang. “Je voelt je angstig als je op de boot zit,” zei hij, “maar eens je in de oceaan bent, word je heel onspannen en eens je in hun omgeving bent, is het heel rustgevend. Het is een opmerkelijke ervaring.”

Bron: EW