Regisseur James Mangold heeft teruggeblikt op zijn samenwerking met Miramax, het voormalige productiehuis van Bob en Harvey Weinstein, aan zijn misdaaddrama Cop Land.

“In die tijd heerste er een heel ongewone sfeer bij Miramax,” zegt Mangold. “Het leek wel de eliteclub van Hollywood. Enerzijds voelde ik me vereerd om erbij te horen, maar anderzijds voelde ik me een onderdeel van een donker en corrupt systeem.”

“Het leek wel alsof iedereen nieuwsberichten over zichzelf aan het lezen was en dolblij was om deel uit te maken van de hipste studio ter wereld,” vervolgt hij.

Cop Land werd geselecteerd om mee te dingen naar de Gouden Palm in Cannes, maar omdat de scores van het testpubliek lager waren dan van andere Miramax-films trok Harvey Weinstein er niet mee naar de Croisette en liet hij hem grondig herwerken.

“Ik had niet veel contact met Bob en Harvey Weinstein,” zegt Mangold. “Ze kwamen enkel de montagekamer binnen om te zeggen wat ik moest veranderen.”

Mangold voegt eraan toe dat de Weinsteins er een aantal ongebruikelijke praktijken op nahielden. Zo moest Mangold advies vragen aan experts ofwel mensen die twintig jaar eerder politiefilms hadden geproduceerd of aan de top van de New Yorkse politie stonden.

“Ze vertoonden Cop Land ook aan critici nog voor hij af was,” zegt Mangold. “De critici gaven vervolgens feedback en vertelden Harvey letterlijk dat ze milder zouden zijn in hun oordeel als hij bepaalde dingen aan de film veranderde.”

“Op die manier zetten ze mensen wiens steun ze nodig hadden naar hun hand,” vervolgt hij. “Zoals elk systeem voelde het niet corrupt aan voor wie er deel van uitmaakte. De critici hadden niet per se kwaadaardige bedoelingen, maar ze speelden een rol in dat systeem.”

Bron: IndieWire