05.11.2014
Interstellar
Christopher Nolan goes into space. Geef toe: het is een premisse die iedereen met enige passie voor cinema doet likkebaarden. Hoewel ondergetekende geen onvoorwaardelijke fan is van ’s mans oeuvre – teveel brein, te weinig branie – spookten duizelingwekkende dingen als 2001 2.0 en de Thinking Man’s Star Wars door het brein. Die torenhoge verwachtingen worden jammer genoeg niet ingelost. Wat krijg je dan wel? Een blockbuster-van-het-betere-soort-maar-met-beperkingen.
Lijkt dat laatste woordensamenraapsel wat vreemd? Dan heb je de nieuwste van het Dark Knight-genie nog niet gezien. Spielberg, Kubrick, Kaufman: het zijn maar een paar van de regisseurs die door het hoofd flitsen tijdens het bekijken van deze wel heel uitdagende popcornprent. Net zoals Inception doet Interstellar vaak denken aan een dolgedraaide referentiemachine. Maar in tegenstelling tot Quentin Tarantino verliest Nolan zich nooit in gratuit geknipoog. Hij beseft gewoon dat de Groten der Filmgeschiedenis niet kunnen ontweken worden en omarmt hun erfgoed om er zijn eigen ding mee te doen.
Het eerste anderhalf uur lukt hem dat volledig. Het is van de hoogdagen van De Baard geleden dat mainstreamcinema tegelijkertijd zo crowdpleasend en zo out there aanvoelde. De tragische toekomst waarin het relaas zich afspeelt, is zowel herkenbaar als unheimlich. Hoofdacteur Matthew McConaughey speelt een held-met-barsten zoals Roy Scheider en Richard Dreyfuss dat in respectievelijk Jaws en Close Encounters of the Third Kind deden. En de speciale effecten doen het hele ruimtegebeuren ongelooflijk authentiek aanvoelen – nooit bekruipt je het digitale overdosis-gevoel van een Gravity.
Spijtig genoeg vertoont Interstellar ook kenmerken van de latere Spielberg. Vooral op het gebied van dosering slaat Nolan de bal stevig mis. Het ingewikkelde ruimtetijdgegeven – waarop het verhaal teert, maar waarover ik verder niks los – wordt talloze malen uitgelegd door nevenacteurs Michael Caine, Anne Hathaway en Jessica Chastain. Maar het natuurkundig concept is zo ingewikkeld dat 99 procent van de bioscoopbezoekers – waaronder ik – het nooit helemaal zullen vatten. Het is dan ook ontzettend jammer dat Nolan niet voor Kubricks show don’t tell-aanpak van 2001: A Space Odyssey is gegaan.
Het eindresultaat laat je dan ook met verdomd gemengde gevoelens achter. Op het camerawerk van Nolan-nieuwkomer Hoyte Van Hoytema valt niks af te dingen en score-leverancier Hans Zimmer maakt indruk met zijn Philip Glass-achtige composities. Bovendien krijg je naast de coolste filmrobots in tijden ook nog de coolste cameo in tijden geserveerd. Maar zelfs tijdens de ontegensprekelijk gewaagde finale gooit Nolans innerlijke strijd tussen hart en hersenen roet in het eten. Vandaar: een blockbuster-van-het-betere-soort-maar-met-beperkingen.
>>KLAP
Christopher Nolan verdunt de kille, analytische aanpak van hersenbrekers als The Prestige en Inception met een stevige scheut sentimentalisme. Resultaat: een Spielbergiaanse versie van 2001: A Space Odyssey. Met een andermaal magistrale McConaughey.
Regie Christopher Nolan
Cast Matthew McConaughey, Jessica Chastain, Michael Caine, Anne Hathaway
Duur 2u49
Vanaf 5 november in de bioscoop