16.09.2025
Huizencomplex David Lynch te koop, dochter Jennifer noemt afscheid pijnlijk
Het huizencomplex van David Lynch in de Hollywood Hills, waar de filmmaker ruim drie decennia woonde en werkte, is een jaar na zijn overlijden op de markt gekomen.
Voor 15 miljoen dollar wordt een unieke plek uit de filmgeschiedenis aangeboden: een domein dat niet alleen diende als woonplaats, maar ook als inspiratiebron en werkruimte voor een van de meest invloedrijke regisseurs van de afgelopen halve eeuw.
Lynch kocht in 1987 het iconische Beverly Johnson House, een felroze Mid-century Modern-woning ontworpen door Lloyd Wright, zoon van de legendarische Frank Lloyd Wright.
Volgens de regisseur beïnvloedde het huis zijn creatieve proces: de architectuur, gevormd door beton, glas en de kenmerkende chevron-blokken, resoneerde in zijn films en in zijn kunst. “Soms zie ik dingen in het huis die leiden tot meubels of filmideeën,” zei hij in 1997.
De woning groeide uit tot de kern van een groter complex, met meerdere aangrenzende panden die Lynch in de jaren negentig toevoegde. Een daarvan richtte hij in als studio en productiehoofdkantoor, waar onder meer scènes voor Lost Highway (1997) werden opgenomen.
In datzelfde decennium werd ook een poolhouse toegevoegd, ontworpen door Eric Lloyd Wright. Zo ontstond een hybride van privéleven, werkplaats en filmische set, die naadloos aansloot bij de mengvormen van realiteit en verbeelding die Lynch’ oeuvre kenmerken.
Het domein weerspiegelt hoe sterk architectuur, ruimte en omgeving doorwerkten in zijn artistieke praktijk. Zoals Blue Velvet (1986) en Mulholland Drive (2001) de onderlagen van suburbia en Los Angeles blootlegden, zo fungeerde zijn huis zelf als microkosmos van die thematiek: een plaats waar banaliteit en surrealisme elkaar raakten.
Na Lynch’ overlijden in 2024 bepaalde zijn testament dat het domein verkocht moest worden en de opbrengst verdeeld onder zijn vier kinderen. Dochter Jennifer Lynch noemt het afscheid “pijnlijk”, maar benadrukte dat haar vader wilde vermijden dat één erfgenaam zich bevoordeeld zou voelen.
Met de verkoop dreigt een belangrijk stukje filmgeschiedenis van eigenaar te wisselen. Makelaar Marc Silver van The Agency hoopt dat een cinefiel koper het complex in stand houdt: “Een herontwikkeling zou waarschijnlijk op veel publieke weerstand stuiten.”