07.06.2014
Heilige Hilary
Hilary Swank is terug van nooit echt weggeweest met haar rol in The Homesman, de tegendraadse western van Tommy Lee Jones waarin de Million Dollar Baby een onvatbaar personage neerzet. Een gesprek over Hollywood, wind en Oscarmateriaal. “Ik doe amper iets voor het geld.”
Op haar 40e kan Hilary Swank al op een wel heel uiteenlopende carrière terugblikken. Ze scoorde haar eerste rollen in tienermateriaal als Buffy the Vampire Slayer, The Next Karate Kid en Beverly Hills 90210.
Ze brak door in indie-drama Boys Don’t Cry – goed voor haar eerste Oscar – waarna ze meespeelde in mainstream Hollywoodproducties als Insomnia en The Core. Haar tweede Academy Award won ze voor haar vertolking in Clint Eastwoods Million Dollar Baby.
De laatste jaren wisselt ze potentieel Oscarmateriaal als Freedom Writers, Amelia en Conviction af met romantische komedies à la P.S. I Love You en horrorfilms als The Resident.
Haar nieuwste film, The Homesman, is op alle gebieden een vreemde eend in de bijt. Swank speelt een verbeten pioniersvrouw die zich in het wilde westen van midden 19e eeuw verplicht ziet om een aantal krankzinnige vrouwen richting oosten te vervoeren. Dit doet ze in het gezelschap van een wispelturige outlaw vertolkt door regisseur Tommy Lee Jones.
Met thema’s als waanzin en eenzaamheid en een tocht in de ‘tegengestelde’ richting is dit een allesbehalve typische western. En ook Swanks personage valt niet bepaald onmiddellijk te vatten. Op zichzelf maar constant op zoek naar een levenspartner, uit vrije wil naar de prairie getrokken maar non-stop hunkerend naar de grote stad, …
Je speelt een waar vat vol tegenstellingen, Hilary.
Inderdaad. Daarom sprak de rol me ook zo aan. Hoe vaak kom je in Hollywood zo’n gelaagd personage tegen? Heel zelden, geloof me. Ik doorploeg samen met mijn assistent dag in, dag uit stapels scenario’s op zoek naar interessante rollen. Een heel frustrerende bezigheid. Toen men me dit project aanbood, hapte ik dan ook onmiddellijk toe.
The Homesman is een naar Hollywoodnormen lowbudgetproductie die bovendien op locatie in het onherbergzame New Mexico werd gedraaid. Deden die factoren je niet twijfelen?
Toegegeven: de opnames waren niet van de makkelijkste. New Mexico is een staat waar ik liefst nooit nog naar terugkeer. Die onophoudelijke wind maakt je langzaam maar zeker gek. Werkelijk alles hangt vol zand. Zelfs de camera’s lieten het af en toe afweten. Over het financiële plaatje hoor je me echter niet klagen. Ik speel liever mee in een goede film waaraan ik niks verdien dan dat ik in de zoveelste mainstream nonsens opdraaf. Wist je trouwens dat mijn assistent meer verdiende tijdens de shoot dan ikzelf?
Doe je jezelf nu niet ontzettend heilig voor?
Oké, het gebeurt wel eens dat ik louter en alleen voor het geld in een film meespeel. Titels ga ik niet noemen, maar die kan je waarschijnlijk raden. (lacht) Ik heb mezelf na Boys Don’t Cry voorgenomen dat ik voor kwaliteitsproducties wil gaan. In tegenstelling tot vele andere Hollywoodacteurs hou ik mijn kosten dan ook bewust laag. Ik heb geen enorm entourage, noch een gigantische villa.
Tegelijkertijd sta je wel bekend als iemand die voortdurend op haar volgende Oscar aast.
Een heel spijtige misvatting. Als je voor kwaliteit gaat, kom je sowieso bij Oscarmateriaal terecht. Bovendien hou ik ervan om real life personages te spelen. En op feiten gebaseerde drama’s worden altijd als Oscarkanshebbers gelabeld. Daar kan ik jammer genoeg niks aan doen.