Vertigo

Een duizelingwekkende dosis cinema

Vertigo

13.04.2020

Gael García Bernal over zijn nieuwe film Ema (deel 2): ‘Cinema is niet compleet vastgeroest.’

door Ruben Nollet

Acht jaar na No en vier jaar na Neruda slaat Gael García Bernal opnieuw de handen in elkaar met de Chileense regisseur Pablo Larraín. In Ema speelt de Mexicaanse wereldster een choreograaf die een woelige relatie heeft met het titelpersonage, een veel jongere danseres uit zijn gezelschap. Bovendien heeft hij alle moeite om zich in te leven in de wereld van de twintigers met wie hij samenwerkt.

Wat bewonder je aan de jongere generatie acteurs naast je speelde?

Gael García Bernal: ‘Hun openheid. Ik zie dat ook bij mijn broer en zus, allebei twintigers. Ze hebben vrienden over de hele wereld, ze gaan vlot met elkaar om alsof ze elkaar al jaren kennen en hun psychologische problemen lijken hen niet zoveel parten te spelen. Ik heb de indruk dat ze verantwoordelijker in het leven staan. Dat heeft ook te maken met de klimaatcrisis en het bijhorende dystopische gevoel dat de toekomst op het spel staat. Ik denk dat die crisis een blijvende invloed zal hebben op deze generatie. Met hun verantwoordelijkheidszin zullen ze het probleem veel pragmatischer en doeltreffender aanpakken dan wij of onze ouders ooit hebben gedaan. Zij zullen iets op gang brengen.’

Ema schuift het idee naar voor dat elke vorm van familie waardevol is. Ben je het daarmee eens?

‘Het idee van familie is sowieso niet vast. Er is geen enkele reden waarom het westerse, katholieke concept van het kerngezin met man en vrouw die elkaar eeuwige trouw zweren en voor hun kinderen zorgen de enige juiste invulling zou zijn. Het is zelfs een vrij recent idee. In het verleden zorgde iedereen voor iedereen. Vandaag beginnen we opnieuw te snappen dat het kerngezin een mythe is. De samenleving zal niet in elkaar stuiken als het kerngezin verdwijnt. Integendeel zelfs, we moeten families creëren die veel biodynamischer zijn, waar verschillende mensen, projecten en levende wezens deel van uitmaken. Het idee is dat je gezin blijft groeien en dat je elkaar helpt. Dat ligt in het verlengde van het soort samengestelde gezinnen dat we steeds vaker zien. Plots zitten er veel meer mensen rond de tafel en moet je twee kippen serveren omdat eentje niet meer volstaat.’ (lacht)

Dat doet denken aan artistieke gezelschappen.

‘Absoluut! Ik hou van die ambiance. Het theater is zo en films kunnen dat ook zijn. Je vormt een grote familie met de mensen met wie je iets creëert. Dat is trouwens een van de eerste pijnlijke lessen die je leert als je films begint te maken. Op een dag is de draaiperiode voorbij en de familie met wie je weken na elkaar zo intens samengeleefd hebt, valt compleet uit elkaar. Plots besef je dat al die mensen nu families gaan vormen met andere mensen. Je hart breekt echt op dat moment. Daar moet je mee leren omgaan als acteur.’

Ema is je derde film met Pablo Larraín. Waarom werk je zo graag met hem?

‘We begrijpen elkaar zonder woorden. Onze vriendschap is zo hecht en we zijn op creatief vlak zo goed op elkaar afgestemd dat ik meteen snap wat hij in gedachten heeft. Hij heeft ook geen schrik om risico’s te nemen. Hij heeft deze film gemaakt zonder script en bleef voortdurend aan de plot sleutelen. Hij zocht de film terwijl we hem maakten. Ik vind het heerlijk dat zoiets nog steeds kan in de bioscoop. Een jaar geleden klonk het nog dat cinema compleet vastgeroest was en dat je voor creatieve experimenten enkel nog terechtkon op de streamingplatforms. Nu hoor je dat die diensten extreem conservatief zijn geworden en dat ze alleen nog maar geïnteresseerd zijn in formules die hun commerciële deugdelijkheid bewezen hebben.”