Vertigo

Een duizelingwekkende dosis cinema

Vertigo

23.11.2020

Filmcensuur in België onder de loep in onthullend boek

door Vertigo

Professor Daniël Biltereyst van Universiteit Gent brengt op 9 december het boek Verboden beelden. De verborgen geschiedenis van filmcensuur in België uit.

Daarin legt Biltereyst uit dat het in België in tegenstelling tot in zijn buurlanden niet verplicht is om films te laten keuren. Van 1920 tot 2020 moesten films die ook voor kinderen onder de zestien bedoeld waren echter aan een keuringscommissie worden voorgelegd.

“Omdat distributeurs van grote publieksfilms op gezinnen met kinderen mikten, legden ze hun films voor aan de commissie en werd er vaak gecensureerd,” zegt Biltereyst aan Vertigo.

Als voorbeelden noemt hij Saturday Night Fever, waaruit onder meer twee vrijpartijen in een auto werden geknipt, en Stanley Kubricks Spartacus, waaruit onder meer een gewelddadig arenagevecht werd geknipt.

Casablanca werd zelfs zodanig vaak voorgelegd, geweigerd en bewerkt dat de commissie hem uiteindelijk goedkeurde omdat hij toch onbegrijpelijk was geworden,” zegt Biltereyst.

Ook in James Bond-films en westerns werd regelmatig geknipt. “Westerns waren voornamelijk op jongens gericht, maar er kwam veel geweld in voor,” zegt Biltereyst. “Op de duur begonnen de grote Hollywoodstudio’s zich af te vragen wat er in België aan de hand was.”

Anderzijds bleven films van auteurs als Jean-Luc Godard, Michelangelo Antonioni, Ingmar Bergman, Luis Buñuel en Federico Fellini intact omdat ze op een volwassen publiek mikten.

In totaal werd volgens Biltereyst één derde van alle films tussen 1920 en ongeveer eind de jaren zestig geknipt. “Daarnaast kreeg één derde een ‘kinderen niet toegelaten’-label en zorgde één derde niet voor problemen,” voegt hij eraan toe.

Verder heeft Biltereyst het ook over een andere vorm van censuur. Wie in België een film aanstootgevend vindt, kan namelijk klacht indienen, waarna het parket kan optreden om de film eventueel in beslag te nemen.

“Zo gingen katholieke organisaties tot in de jaren zestig en zeventig betogen voor bioscopen waar films met erotische en antireligieuze inhoud werden vertoond of gingen ze amok maken in de zaal,” zegt Biltereyst.

“Een van de technieken waar ze gebruik van maakten, was ratten of muizen loslaten in de zaal,” vervolgt hij. “Vervolgens onstonden er vaak relletjes en moest de politie optreden, waardoor de voorstelling uiteindelijk werd stilgelegd.”

Ook vanuit de buurlanden kwam er soms druk om films te censureren, bijvoorbeeld toen Kubricks Paths of Glory werd verboden in Frankrijk omdat de film kritiek uitte op het Franse leger.

“De Franse regering vroeg ook aan België om te film te verbieden,” zegt Biltereyst. “De Belgische regering zat met de handen in het haar omdat ze enerzijds de persvrijheid wilde respecteren, maar anderzijds de vrede met de buurlanden wilde bewaren.”

In 1938 en 1939 lagen ook films waarin kritiek werd geüit op de nazi’s heel gevoelig. Zo werd de film Confessions of a Nazi Spy uit 1939 na twee weken uit de Belgische zalen gehaald onder druk van nazi-Duitsland.

Tegen 1992 was het door de toenemende druk van de distributeurs en de veranderde mentaliteit vrijwel gedaan met censuur in België. Wat Biltereyst betreft, wordt er tegenwoordig echter nog steeds gecensureerd.

Hij haalt onder meer de verdoezelde naaktscène van Daryl Hannah in Splash op Disney+ aan, alsook de controverse rond de Netflix-release van Lukas Dhonts Girl.

“De boodschap van het boek is dat we als maatschappij over beelden moeten praten,” zegt Biltereyst. “We moeten niet aan censuur doen, maar wel spreken over wat wel en niet kan.”