Voor hij begint aan volgende film, een musical in het Frankrijk van na Wo II, gooide Isle of Dogs-regisseur Wes Anderson het even over een andere boeg. Hij stond samen met zijn partner Juman Malouf in voor een expo in het Kunsthistorisches Museum van Wenen: Spitzmaus Mummy in a Coffin and Other Treasures.

De tentoonstelling kreeg een gemengde respons van The New York Times. “Anderson en Malouf waren duidelijk niet geïnteresseerd in de herkomst of zeldzaamheid van de stukken, noch of ze het beste voorbeeld van hun stroming of stijl waren,” zei journalist Cody Delistraty. “In plaats groepeerden ze ongeveer 450 voorwerpen volgens kleur, materiaal en grootte op een manier die doet denken aan Andersons filmische trukendoos.”

“De resulterende puzzels lijken vaak betekenisloos of zo oppervlakkig dat ze zinloos zijn,” vervolgde hij. “Een ruimte vol met portretten van kinderen in koninklijke of geestelijke klederdracht en een harnas in kinderformaat is grappig en nostalgisch, maar betekent verder niks.”

“In zijn films schept Anderson verhalen en gevoelens van verlangen, melancholie en passie. Conservering van kunst is iets fundamenteel anders. In tegenstelling tot een regisseur werkt een conservator niet met acteurs en kan hij dus niet bepalen hoe de kijker zich bij de stukken zal voelen. Dat hadden Anderson en Malouf schijnbaar niet door.”

https://youtu.be/X81rMpdwf0s

Bron: IndieWire