Vertigo

Een duizelingwekkende dosis cinema

Vertigo

01.06.2018

Donkere fotografie Solo legt oud zeer bioscoopwereld bloot

door Vertigo

Solo: A Star Wars Story trok tot nu toe een pak minder toeschouwers dan verwacht en velen die wel gingen kijken konden de film op de koop toe niet goed zien. Cameraman Bradford Young gebruikte namelijk weinig lichtbronnen en in combinatie met slecht afgestelde projectors leverde dat een donker en onduidelijk beeld op.

“Ik was absoluut niet tevreden met mijn screening van Solo,” vertelde Chapin Cutler, een topconsulent inzake projectie en bioscoopbouw die onder meer meewerkte aan de 70mm-vertoningen van The Hateful Eight en Dunkirk. “Het ging om een bioscoop vol snufjes. Ik vertelde de uitbater dat ik dertig dollar betaald had om een schitterende projectie te zien, maar in plaats iets donker en wazig zag.”

Youngs donkere beelden zijn naar eigen zeggen een reflectie op de donkere tijden waarin we leven. Dankzij digitale cinema kan hij nu ook meer risico’s nemen met donkere tinten omdat hij het resultaat meteen op de monitor kan zien. “Ik ben een betere schilder geworden dankzij digitale cinema,” zei hij, “omdat ik andere dingen kan uitproberen.”

Volgens Cutler is de slechte zichtbaarheid van Solo niet de schuld van Young, maar van de ondermaatse projectie in het gros van de hedendaagse bioscopen. Hij maakte de vergelijking met het werk van cameraman Gordon Willis (The Godfather), die eveneens weinig licht gebruikte en toonde hoeveel details je kan weergeven schaduws.

“Het probleem met onderbelichting is dat je geen details meer ziet zodra de helderheid van de projector ook maar tien procent afwijkt,” zei Cutler. “Daarom zijn er standaarden voor elke stap van het proces. Het komt erop neer dat de standaarden voor belichtingsniveau in de laatste honderd jaar niet veranderd zijn.”

Nalatigheid van de bioscopen is dus blijkbaar de grote schuldige. Zo kan een vuil raam van een projectiekamer al voor twintig procent minder licht zorgen. Ook projectoren die nog op 3D zijn afgesteld terwijl het om een 2D-film gaat zorgen voor onderbelichting en een wazig beeld.

“Het gebeurt vaker dan bioscopen willen toegeven,” zei Cutler. “Projectoren worden op voorhand geprogrammeerd en er komt niet altijd iemand tussen de voorstellingen in aanpassingen doen, ook al worden er afwisselend 2D- en 3D-films afgespeeld.”

Bovendien durven fabrikanten van projectoren volgens Cutler al eens overdrijven over hoeveel licht hun machines geven, waardoor bioscopen goedkopere toestellen kopen waar niet genoeg licht uitkomt. “Daar komt nog bij dat een projectorlamp per 100 uur 10 procent van zijn helderheid verliest. Na 750 uur is dat dus 75 procent.”

Oplossingen daarvoor, zoals betere projectoren of lampen, zijn duur, maar wat Cutler betreft niet duurder dan andere investeringen die bioscopen doen in hun infrastructuur zoals stoelen of een luxueuze snackwinkel.

“Een bioscoopuitbater zei mij ooit dat je niet naar de bioscoop moet gaan om films te bekijken, maar om te eten,” zei hij. “De films zijn er enkel om mensen naar de snackwinkel te lokken. Dat lijkt mij heel pessimistisch, maar als de dialoog van een film onbegrijpelijk is en het beeld onduidelijk, weet ik niet hoe bioscopen nog gaan opboksen tegen thuis met een aantal vrienden naar een breedbeeldtelevisie kijken.”

Bron: IndieWire

Lees meer over: