23.07.2019
Recensie Der goldene Handschuh
Niet iedereen zal de nieuwe film van de Duits-Turkse regisseur Fatih Akin kunnen smaken. Dat bleek al in februari toen hij op de Berlinale werd voorgesteld. Sommige recensenten wekten de indruk dat Der goldene Handschuh de lelijkste film in jaren was en dat dit ‘onding’ alleen in de prijzen kon vallen als Markies de Sade in de jury zat. Het is echter een dwaling om deze film te misprijzen omdat hij de zieligste en wanstaltigste kant van de mens toont. Zoals veel schilderijen van Francis Bacon is Akins beste film sinds Gegen die Wand een sublieme artistieke weergave van een flink gestoorde geest.
De cineast schetst de uitspattingen van Fritz Honka (een onherkenbare Jonas Dassler), de seriemoordenaar die begin jaren zeventig Hamburg onveilig maakte. Hij vertoefde meestal in het volkscafé Zum goldenen Handschuh nabij de Reeperbahn, een locatie bevolkt met terminale alcoholici. Zoals de meeste cafégangers zoop Honka zich te pletter. Soms lokte hij met de belofte van drank een vrouw, liefst zonder tanden, naar zijn appartement. Dat leidde tot vier moorden. De lijken van zijn slachtoffers verstopte hij achter een zolderwand omdat hij geen betere plaats vond. Toen het in zijn appartement flink begon te stinken, legde Honka de schuld bij de culinaire prestaties van zijn Griekse buren.
Der goldene Handschuh is zonder twijfel Akins giftigste werk, een flinke trap tegen het naoorlogse West-Duitsland dat met het Wirtschaftswunder de materiële maar niet de psychische noden van haar burgers had geledigd. Vanuit Akins perspectief verschilt Honka alleen van de andere caféklanten door zijn extreme reacties op zijn zielige leven. Hij droomt zoals zijn soortgenoten van een partner waarmee hij zijn leven kan delen, maar zijn mismaakt gezicht, zijn excessief alcoholgebruik en zijn enorme frustraties laten dat niet toe. De enige schoonheid vindt Honka in het beluisteren van Es geht eine Träne auf Reisen, een in de jaren zeventig populaire smartlap van Adamo.
Akin toont de daden van Honka in al hun rauwheid en lelijkheid. Mensen met gevoelige magen zijn dus gewaarschuwd, zeker wanneer Honka het hoofd van een van zijn slachtoffers wil afzagen. En toch moet je ook lachen, want Akin speelt een spelletje met de toeschouwer. Je weet immers min of meer wat er te zien zal zijn, maar dan laat Akin de actie plots offscreen gebeuren of toont hij iets veel gruwelijker dan wat je verwacht had. Op die manier wordt dit groteske, Jeroen Bosch-achtige portret stukken theatraler en afstandelijker.
Niet dat Akin je met een neutraal gevoel naar huis laat gaan. Achteraf word je niet getergd door de gruwelijkste momenten, maar krijg je een ongemakkelijk gevoel omdat de geur van kots, urine en bier blijft hangen. Der Golden Handschuh lijkt wel een Henry: Portait of a Serial killer-variant op Verbrande Brug, met een flinke scheut Händler der vier Jahreszeiten. Met andere woorden: geen evidente, maar wel een zeer interessante filmervaring.
>>Klap
De Duits-Turkse regisseur Fatih Akin (Gegen die Wand) analyseert via het verhaal van de Hamburgse seriemoordenaar Fritz Honka de onderbuik van de West-Duitse maatschappij in de jaren zeventig. Tegelijk kun je dit Fassbinderiaanse melodrama bekijken als een gitzwarte komedie over een wanhopige zoektocht naar liefde. Voor wie Verbrande Brug, Henry: Portait of a Serial Killer en Händler der vier Jahreszeitenin in één enkele film wil zien.
Regie Fatih Akin
Cast Jonas Dassler, Margarethe Tiesel, Hark Bohn
Speelduur 1u50
Vanaf 24 juli in de bioscoop