Vertigo

Een duizelingwekkende dosis cinema

Vertigo

13.10.2015

D’Ardennen

door Steven Tuffin

Menig bioscoopbezoeker zal het gevoel nooit vergeten dat haar of hem bekroop tijdens de eerste momenten van Rundskop. De camera die langs de wagen en de boerderij gleed, greep je bij je nekvel en maakte duidelijk: “Michaël R. Roskam est arrivé!” Robin Pront doet in zijn eerste langspeler iets gelijkaardig met een paar uppercuts van cuts. Een gemaskerde man duikt op uit een zwembad, springt bij een afgeleefde reefteef in de wagen en schreewt: “Rije! Rije!” Meteen weet je: “Dit wordt een filmervaring zoals ik ze nog maar zelden gezien heb.”

Wat volgt, is het verhaal van twee Johnny’s en één Marina. Als Kenny (Kevin Janssens) na vier jaar cel vrijkomt, is zijn broer Dave (Jeroen Perceval) een relatie begonnen met zijn voormalig lief Sylvie (Veerle Baetens). Dat het stel dit niet vertelt en de eeuwige onruststoker het hart van zijn ex opnieuw probeert te veroveren, doet de spanning tussen het trio ten top stijgen.

D’Ardennen exact omschrijven is geen makkelijke opdracht. Pront heeft niet alleen sporen van Roskam in zijn film-DNA zitten. De trefzekere portrettering van de Antwerpse zelfkant ruikt met momenten naar de gebroeders Dardenne. En wanneer de film richting titellocatie verschuift, moet je denken aan de nachtmerrieachtige, obscene setting van Fabrice Du Welz’ Calvaire. Bovendien voel je ook invloeden van Danny Boyle ten tijde van Shallow Grave, de Coens op hun donkerst en de neo-noirs van Jeremy Saulnier en David Michôd.

Daarmee bedoel ik niet dat Pront opzichtig leentjebuur zit te spelen. Als een volleerd filmmaker neemt hij al deze elementen en maakt hij er iets hoogstpersoonlijks mee. De flarden nineties-danceklassiekers, de look van de hoofdpersonages en het alsmaar groeiende ‘alles kapot’-gevoel vatten perfect de tragiek van de opgefokte John met wie velen van ons ooit het klaslokaal deelden.

Pront heeft dit echter niet alleen verwezenlijkt. Van Veerle Baetens weten we ondertussen wat ze in haar mars heeft. Maar als Sylvie doet ze wat Marion Cottilard niet lukte in Deux jours, une nuit. Namelijk helemaal verdwijnen in een personage uit de marge. Jeroen Perceval – op wiens toneelstuk de film gebaseerd is en die samen met Pront het scenario schreef – maakt indruk als Dave, de krampachtig koele kikker die er maar niet in slaagt om het juk van zijn broer af te werpen. Dé grote verrassing heet echter Kevin Janssens, die van Kenny weigert een simpel-simplistische boeman te maken, maar voor een tragisch monster zonder weerga gaat.

Ik schreef het al in het voorwoord van Vertigo #15, maar de Vlaamse film is echt volwassen geworden. Het ultieme bewijs? Die subliem subtiele long take – bedankt, Robrecht Heyvaert – waarin Sylvie en Dave tegelijkertijd alles en niks zeggen, tegelijkertijd op elkaars lip zitten en mijlenver van elkaar verwijderd zijn.

>>KLAP

Debuterend regisseur Robin Pront neemt het Belgische meesterschap van Roskam, Du Welz en de gebroeders Dardenne en vermengt dit met elementen van de topcinema van Boyle, David Michôd en de Coens. Resultaat: een benauwend misdaaddrama à la Rundskop en Animal Kingdom.

Regisseur Robin Pront
Cast Kevin Janssens, Veerle Baetens, Jeroen Perceval
Speelduur 1u33
Vanaf 14 oktober in de bioscoop

@Waanzinema