22.09.2015
“In extreme omstandigheden ontdek je wie mensen echt zijn”
Baltasar Kormákur mag dan wel een geboren en getogen IJslander zijn, hij heeft zijn ambities om verder te kijken dan zijn eiland nooit verborgen. Met Everest heeft hij nu voor het eerst een heus Hollywoodspektakel gemaakt. Maar hij is niet van plan om zijn thuis voorgoed vaarwel te zeggen.
De IJslandse regisseur Baltasar Kormákur heeft iets met verhalen over mensen die in hachelijke situaties belanden. Drie jaar geleden maakte hij The Deep, de waargebeurde historie van een visser die in ijskoud water moest overleven toen zijn schip zonk. In Everest reconstrueert hij een gelijkaardig rampverhaal, maar dan op een veel grotere schaal. De film heeft het over een klimexpeditie naar het dak van de wereld die in 1996 fataal afliep. Kormákur krijgt niet alleen een hele resem bekende acteurs onder zijn hoede (van Jake Gyllenhaal en Keira Knightley tot Josh Brolin en Emily Watson), hij moest ook een hele logistieke puzzel van speciale effecten in elkaar zien te passen. Dan mag je nog ervaring hebben met Amerikaanse producties — Kormákur regisseerde eerder onder meer Contraband en 2 Guns met Mark Wahlberg — een productie als Everest is toch van een heel ander kaliber.
Volgens een IJslands spreekwoord leert een naakte vrouw snel breien, wat betekent dat je snel dingen onder de knie krijgt als je ze hoognodig hebt. Hoe naakt voelde je je toen je aan Everest begon?
Kormákur: “Behoorlijk naakt. Maar dat vond ik ook net spannend. Ik kon niet terugvallen op een handleiding die het me allemaal netjes uitlegde. Er is geen boek met de titel ‘Hoe draai je een bergfilm?’. De laatste jaren zijn er ook weinig films over klimmers gemaakt en de meeste waren documentaires. De eerste vraag was dus hoe we het hele project moesten aanpakken. Dat was een zeer complexe puzzel. Anderzijds is het ook mijn ervaring dat je gewoonlijk het meest geniet van reizen waarvan je niet weet hoe ze precies zullen eindigen. Je begint er gewoon aan, je kiest een richting, je probeert zoveel mogelijk koers te houden en je pakt stelselmatig elke hindernis aan die je op je weg ontmoet.”
Everest is een film zonder hoofdfiguur. Is dat een hinderpaal?
Kormákur: “Niet voor mij. Ik hou van ensemblefilms. Ik heb geen centraal personage nodig. Geef mij maar Tsjechov, verhalen met veel karakters. Ik vind het ook goed dat je niet noodzakelijk veel details te weten komt over het privéleven van de personages in Everest. In de eerste versies van het script zaten meer scènes over het thuisfront en de respectieve families, maar die heb ik er zoveel mogelijk uitgehaald. Dat was nodeloze uitleg. Ik wou een film maken die aanvoelt alsof je mee op reis vertrekt met die mensen. Onderweg leer je ze dan stelselmatig beter kennen.”
Omdat ze in levensgevaarlijke situaties belanden, tonen ze uiteindelijk wel hun ware gelaat. Als je leven op het spel staat, speel je geen spelletjes meer.
Kormákur: “Dat is zo. Dat weet ik trouwens uit ervaring. Ik ben er vaak op uitgetrokken met mijn vrienden in zulke extreme omstandigheden. Dan ontdek je snel genoeg wie mensen echt zijn.”
Ben je zelf ook een klimmer?
Kormákur: “Nee, ik doe aan paardrijden in de heuvels van IJsland tijdens de zomer. Drie weken aan een stuk. Dat lijkt misschien niets maar het is veel zwaarder dan je zou denken. We zitten twaalf tot veertien uur in het zadel en drijven een honderdtal paarden door het vulkaanlandschap. IJslandse cowboys, zeg maar. Ik doe het al van toen ik nog een kind was en het is mijn grote passie. De enige andere sport die ik beoefen is extreem zeilen, in de ijskoude oceaan. Dat heb ik ooit competitief gedaan.”
Je zei ooit dat je niet van manipulatieve cinema houdt, dat je emotionele scènes liever zo sober mogelijk houdt. Moet je die houding bijsturen als je een dure Hollywoodfilm in handen krijgt?
Kormákur: “Helemaal niet. In dit geval zat de emotie al in het verhaal. Neem nu die dramatische gesprekken tussen de klimmers die in nesten zitten op de berg en de vrouwen thuis en in het basiskamp. Daar hoefde ik niets aan toe te voegen. Ik heb die gesprekken en intonaties woord voor woord overgenomen. Toen ik die scènes regisseerde, heb ik vooral geprobeerd om de emoties zoveel mogelijk in te tomen. Wat ik bedoel met manipulatie is dat je gevoelens creëert die niet waarachtig zijn. Ik had van Anatoli, een van de gidsen, bijvoorbeeld een slechterik kunnen maken. Maar waarom zou ik dat doen? Je kan het een fout vinden dat hij geen zuurstofflessen bij zich had. Misschien had hij op die manier levens kunnen redden. Maar niemand weet dat en bovendien heeft hij sowieso twee mensen gered. Dus toon ik wat er gebeurd is, zet de feiten op een rijtje en laat de conclusies over aan de kijker. Anders wordt het propaganda. Dat zie ik tegenwoordig al te vaak in documentaires. Om het verhaal wat op te peppen, voegen ze er een schurk aan toe, ook al heeft het niets te maken met de realiteit.”
Je hebt een hele reeks projecten op stapel staan, van het historische drama Reykjavík en de thriller The Oath tot het misdaadverhaal On the Job en een film over Vikings. Met een tv-serie, Trapped, erbovenop. Wanneer slaap je precies?
Kormákur: (lacht) “Het is niet ongewoon, hoor. Ik verbind me aan verschillende projecten en dan zie ik wel hoe ze evolueren. Ik heb ook een eigen bedrijf in Reykjavík, RVK, waarmee ik veel produceer voor andere regisseurs. De films die ik overal ter wereld heb kunnen draaien, hebben me een bepaalde financiële vrijheid gegeven, en daar wil ik gebruik van maken om anderen kansen te geven. Ik ben er trots op dat ik dingen kan realiseren in mijn land en voor mijn land.”