Aquaman blijft dé box-office-hit van het eindejaar en haalde nog eens 51,6 miljoen dollar binnen in de VS, een daling van 24 procent vergeleken met vorige week. Daarmee staat hij wederom op de hoogste plaats, maar internationaal zijn de cijfers pas echt duizelingwekkend.

In totaal staat de wereldwijde teller namelijk al op 748,8 miljoen dollar, vooral dankzij het overrompelende succes in China. Aquaman lijkt niet alleen op weg om als eerste DC-film de kaap van de 1 miljard dollar te overschrijden, maar liet ook al zijn voorgangers in het DC-filmuniversum Justice League (658 miljoen dollar), Man of Steel (668 miljoen dollar) en Suicide Squad (747 miljoen dollar) achter zich.

Verder bleef ook de rest van de Amerikaanse top vijf ongewijzigd: Mary Poppins Returns (28 miljoen dollar) op twee, Bumblebee (20,5 miljoen dollar) op drie, Spider-Man: Into the Spider-Verse op vier (18,3 miljoen dollar) en The Mule op vijf (11,8 miljoen dollar).

Adam McKays Vice kwam binnen op zes met 7,8 miljoen dollar en zou net als zijn vorige film The Big Short naar 70 miljoen dollar kunnen klimmen. Holmes & Watson, waarvoor McKay als coproducent optrad, belandde op zeven met 7,3 miljoen dollar. De komedie met Will Ferrell en John C. Reilly kostte 42 miljoen dollar en lijkt dus af te stevenen op verlies.

In arthousekringen beleefde On the Basis of Sex het sterkste debuut. De Ruth Bader Ginsberg-biopic speelde in 33 bioscopen en bracht gemiddeld 20.877 dollar op per scherm. Karyn Kusama’s Destroyer opende in drie cinema’s, goed voor een gemiddelde van 19.491 en Stan & Ollie leverde gemiddeld 15.935 op in vijf zalen.

Tenslotte zette ook They Shall Not Grow Old een sterk resultaat neer. De ingekleurde Eerste Wereldoorlog-docu van Peter Jackson speelde eenmalig in ruim duizend zalen en scoorde een gemiddelde van 3.351 dollar per scherm.

Bron: The Playlist, IndieWire