Filmbedrijf Corsan geeft zich niet zomaar gewonnen. Vorige week keurde de handelsrechtbank het reddingsplan van het noodlijdende Antwerpse productiehuis af. De fiscale rechtbank gaf dan weer de belastingdienst gelijk dat deze geen fiscale attesten leverde voor Corsan-productie Killing Season. Het productiebedrijf had daardoor nog twee opties, failliet verklaard worden of beroep aantekenen. Ze kozen voor het tweede.

Intussen zouden de schuldeisers nog niks van hun geïnvesteerde 200 miljoen euro teruggezien hebben, maar topman Paul Breuls spreekt dat tegen. Hij beweert dat er van de 217 miljoen euro die Corsan verzamelde al 114 miljoen is terugbetaald.

De productie van hun films wordt volgens Breuls voor slechts dertig procent gefinancierd met tax shelter-geld van de investeerders. De overige budgeten worden vergaard door middel van leningen en de voorverkoop van filmrechten. “Had men ons laten voortwerken in peis en vree, dan waren de investeerders wel vergoed geweest”, klinkt het

Volgens de bedrijfsleider wil men Corsan dan ook over de kop zien gaan om persoonlijke redenen. Geen goed idee, aldus Breuls: “Een faling is de grootste zekerheid dat de investeerders en schuldeisers schade zullen lijden. Dan elimineren ze de partij, Corsan, die de schade kan beperken.”

Of het ooit nog goed komt met het bedrijf valt af te wachten. De bedrijfsrevisor is nog steeds de boeken aan het uitpluizen om toch maar wat geld terug te vinden. Breuls is dan wel weer vastberaden om het historisch drama Emperor met Oscarwinnaar Adrien Brody in de hoofdrol tijdens het volgende filmfestival van Cannes voor te stellen.

Bron: De Tijd