26.11.2015
Acteur/Regisseur
“Er zijn nog maar weinig Vlaamse acteurs die de kans gekregen hebben om een film te maken”, merkt Filip Peeters op nu hij met Wat mannen willen zijn debuut maakt als regisseur. Maar toch is hij niet de eerste.
Jef Bruyninckx (°1919 – ✝ 1995)
De eerste acteur/regisseur van Vlaanderen is misschien wel de meest succesvolle. Door zijn hoofdrol in Jan Vanderheydens bioscoopbewerking van de Ernest Claes-klassieker De Witte werd hij in 1934 een enorme vedette en ook in veel andere films van Vanderheyden stond hij hoog op de affiche. In de jaren vijftig waagde hij zich ook als regisseur aan een handvol films. Meestal ging het om volkskomedies zoals De klucht van de brave moordenaar (1956) en Vrijgezel met 40 kinderen (1958).
Paul Cammermans (°1921 – ✝ 1999)
Het is bizar dat de naam Paul Cammermans bij de meeste mensen waarschijnlijk geen belletje zal doen rinkelen. Behalve 47 verschijningen als acteur — vooral op televisie, in series als Willem van Oranje — was hij ook bijzonder actief als cineast. In totaal regisseerde hij 42 langspeelfilms, tv-films en tv-episodes. Midden jaren tachtig ontsteeg hij even de anonimiteit, toen hij achtereenvolgens Het gezin van Paemel en Gaston en Leo in Hong Kong draaide.
Herman Fabri (°1943 – ✝ 2011)
Eigenlijk hoort Herman Fabri vooral thuis in de categorie acteurs, dankzij zijn optredens in onder meer De loteling (1974) en afleveringen van Zone Stad, F.C. De Kampioenen en Spoed. Maar in 1992 zette hij ook de Kiekeboe-verfilming Het witte bloed op zijn naam, een vampierverhaal.
Luk Wyns (°1959)
Hoe hij het ook draait of keert, Luk Wyns zal tot het eind van zijn dagen door het leven stappen als de man van de Gamma-stemmetjes, een zeer lucratieve spin-off van zijn sitcom De familie Backeljau. Als acteur was hij te zien in onder meer Vermist, Matroesjka’s en zijn eigen Crimi Clowns. De filmversie van die snoeiharde misdaadserie blikte hij zelf in, en momenteel staat hij op de set van het vervolg, Uitschot.
Guy Bleyaert (°1960)
De opmerkelijkste carrière van dit hele rijtje komt op naam van deze man. Tot zijn 23ste was Guy Bleyaert namelijk een gerenommeerde motorcrosser (net als zijn vader Gilbert), tot een ongeval en een nekfractuur een einde maakte aan die droom. Toen hij 30 was, besloot hij over te stappen naar de cinema. Als acteur zat hij in episodes van Aspe en Cordon, maar hij zet vooral in op zijn bedrijfje Macromedia, dat actiethrillers met internationale uitstraling wil maken. In 2013 draaide hij zo The Last Inquisitors en op dit moment werkt hij druk aan de scifi-horror Transit 17.
Kadir Balci (°1970)
Sinds zijn dubbelslag Turquaze (2010) en Trouw met mij (2014) kennen we deze Gentenaar in de eerste plaats als filmmaker, maar vroeger stond hij ook een paar keer voor de camera. In de serie Flikken bijvoorbeeld, en in Geoffrey Enthovens Vidange perdue (2006).
R. Kan Albay (°1975)
Herinner je je de goed in het vlees zittende Albanese zakenman/gangster Shehu uit Jan Verheyens Dossier K? Dat is R. Kan Albay (enfin, eigenlijk Erkan Altunbay), een man van vele talenten en met een lekker kitscherige filmsmaak. De titels van de films die hij zelf gemaakt heeft, spreken boekdelen, van Toothpick en Gangsta’s Hell tot The Flemish Vampire en Coma. In januari duikt hij trouwens op in Broer van Geoffrey Enthoven, als de advocaat die Koen De Bouw een fortuin onder de neus duwt.
Joost Wijnant (°1980)
Joost Wijnant leek al op jonge leeftijd door te breken als acteur, toen hij indruk maakte in Patrice Toyes regiedebuut Rosie (1998). In 2007 liet hij met De laatste zomer zien dat hij ook achter de camera tot fraaie zaken in staat is. Sindsdien houdt hij zich bezig met televisie (Benidorm Bastards), commercials en videoclips (voor de Van Jets bijvoorbeeld).