Na een etentje met de cast van The Godfather daagde Robert Duvall James Caan uit om zijn achterwerk te tonen aan Marlon Brando. Deze grap zette een mooning-wedstrijd in gang op de set van de gangsterklassieker.

De losse sfeer op de set heeft volgens Duvall de film mee tot een klassieker heeft gemaakt. “Regisseur Francis Ford Coppola maande ons aan om serieus te zijn, maar hij wist goed genoeg dat onze schelmenstreken de opnames minder gespannen maakten.” De afwezigheid van grappenmaker James Caan voor de sequel maakte voor Duvall de set van The Godfather: Part II daarom ook minder fun.

Brando deelde volgens Duvall meer dan enkel zijn achterwerk met hem en de rest van de jonge cast. “Hij was een revolutionair acteur door zijn ontzettend natuurlijke manier van acteren, zonder het gevoel in zijn vertolking te verliezen. We hebben allemaal veel van hem geleerd.”

The Godfather had een turbulente productie. Coppola gaf voortdurend weerwoord aan de studio. Volgens Duvall was dat grotendeels de reden dat The Godfather zo’n uitzonderlijke film werd: “Coppola wilde zijn acteurs laten experimenteren en kijken hoe ze zelf hun rol invullen. Dat is uitzonderlijk voor een regisseur.”

Bron: EW