04.08.2020
Recensie Berlin Alexanderplatz
Jarenlang leek het alsof Rainer Werner Fassbinder met zijn meer dan 15 uur durende productie uit 1980 de ultieme bewerking van Alfred Döblins invloedrijke roman had gemaakt, maar de Afghaanse Duitser Burhan Qurbani bewijst nu dat je met het verhaal nog andere kanten uit kan. Fassbinders versie bleef trouw aan het tijdperk van het boek, Qurbani toont dat Franz Biberkopf, de kleine crimineel die in het bronmateriaal overeind tracht te blijven in de Weimarrepubliek (1918-1933), in het moderne Berlijn kan bestaan. Hij is hier wel een Afrikaan en een bootvluchteling.
Door Qurbani’s aanpak zijn er een aantal elementen uit de roman en het Fassbinder-epos verdwenen. Francis (Welket Bunguê) – zoals Franz nu heet – is geen moordenaar en ex-bajesklant, maar een getraumatiseerde kerel met survival guilt. Waar Franz vertoefde in communistische en nazistische kringen, blijft Francis ver weg van de politiek. Eens de vluchteling op sleeptouw wordt genomen door de psychopathische drugsdealer en pooier Reinhold (Albrecht Schuch) beginnen de overeenkomsten met het bronmateriaal echter toe te nemen.
Francis blijkt alvast even naïef – zeg maar dom – als Franz. Zijn hardnekkige geloof in het goede van een egocentrisch en seksistisch monster zoals Reinhold is al even tragisch als het doel dat hij binnen de Berlijnse onderwereld vooropstelt: een goed mens zijn en een goed leven leiden. En toch is er voor Francis dat lichtpuntje, gesymboliseerd door de liefde van prostitué Mieze (Jella Haase). De driehoeksrelatie tussen Franz, Reinhold en Mieze vormde de kern van Döblins roman en Fassbinders versie, en zit zeker ook in deze film van Qurbani.
Wat echter ontbreekt is de waanzin op het einde. Franz heeft in het boek en in het werk van Fassbinder totaal geen besef van wat hij, zijn land en de wereld na 1933 te wachten staat. Hij is nog steeds blind voor het kwaad – toch wel essentieel voor het verhaal. De nieuwste Berlin Alexanderplatz wordt echter verrassend genoeg afgesloten met een – spoileralarm – happy end. Ik betwijfel of Fassbinder en Döblin dit zouden toejuichen.
Qurbani’s drie uur durende versie heeft echter zeker zijn verdiensten. Vooral de indrukwekkende, kleurrijke en Faustiaanse vertolking van Schuch blijft nazinderen. Zodanig zelfs dat hij Bunguê en de rest van de cast bijna in de vergetelheid speelt.
>>Klap
De Afghaanse Duitser Burhan Qurbani geeft een moderne draai aan Alfred Döblins beroemde roman. De protagonist is ditmaal een Afrikaanse migrant die in Berlijn gemanipuleerd wordt door een blanke drugsdealer en pooier. La bête humaine op zijn Duits.
Regie Burhan Qurbani
Cast Welket Bunguê, Jella Haase, Albrecht Schuch, Joachim Król
Speelduur 3u03
Vanaf 5 augustus in de bioscoop