18.05.2019
Recensie Dolor y gloria
Voelt de 69-jarige Pedro Almodóvar dat hij een dagje ouder wordt? De Spaanse meester heeft sinds zijn debuut heel wat biografische elementen in zijn films verwerkt – zeker in La mala educación waarin hij zijn jaren op een katholieke school fictionaliseerde – maar in Dolor y gloria kun je er moeilijk naast kijken. Deze rustige, nostalgische en droevige film is zijn persoonlijkste en intiemste geworden, én een zielsverwant van 8½ en Amarcord van Fellini.
Wie anders dan Almodóvars fetisjacteur Antonio Banderas kon het alter ego van de cineast incarneren? In de film heet hij Salvador Mallo en is hij een 60-jarige getormenteerde filmmaker die op zijn lauweren rust. Een voorstelling van een van zijn eerste films in het Spaanse filmarchief leidt tot een weerzien met de hoofdacteur die hij na een fikse ruzie 32 jaar lang niet zag. De ontmoeting leidt tot een kettingreactie van gebeurtenissen die Salvador doet denken aan zijn kindertijd, zijn eerste homoseksuele ervaring, zijn eerste contact met cinema en zijn grote romance als volwassen man.
In 8½ liet Fellini droom, fantasie en werkelijkheid door mekaar vloeien, in Dolor y gloria bakent Almodóvar alles heel duidelijk af – hoewel dat in het laatste shot toch nog in vraag wordt gesteld. Hij maakt het de toeschouwers dus gemakkelijker dan Fellini, maar dat maakt de film niet minder poëtisch of emotioneel. Wie wil weten wat fictie en wat realiteit is, moet een beetje googlen. Almodovar heeft intussen al ontkend dat hij ooit heroïne heeft gebruikt, wat zijn alter ego wel doet. In de film lijkt zijn jeugd niet de meest troosteloze ooit, maar mensen die de jonge Almodovar gekend hebben, spreken dat tegen. Dat hij als kind goed kon zingen en voorbestemd was om priester te worden, zou dan weer wel overeenkomen met de werkelijkheid.
Het verhaal heeft iets van een meanderende rivier. De gebeurtenissen volgen elkaar op een logische maar onvoorspelbare manier op. Wat begint als het bijleggen van een vete in de cinemawereld, evolueert naar een zoektocht naar de persoon die de cineast zijn identiteit gegeven heeft: zijn moeder (vertolkt door Almodóvar-favoriet Penélope Cruz). Zo kom je terug bij de essentie van Almodóvars cinema. Geen enkele cineast heeft immers zoveel films gemaakt waarin de moeder en het moederschap op een voetstuk worden gezet.
Heel benieuwd wat Almodóvar na Dolor y gloria nog te vertellen heeft, want dit pareltje lijk een eindpunt. Of gaat het zoals bij 8½ om het begin van iets nieuws?
>>Klap
De Spaanse meester Pedro Almodóvar richt de camera op zichzelf in dit deels autobiografische melodrama over cineast Savador Mallo (Antonio Banderas) die gekweld door fysieke en emotionele pijn terugblikt op zijn jeugd en zijn relatie met zijn moeder (Penélope Cruz). Onmogelijk om niet te denken aan 8½ van Fellini.
Regie Pedro Almodóvar
Cast Antonio Banderas, Penélope Cruz, Cecilia Roth
Speelduur 1u35
Vanaf 17 mei in de bioscoop