Na 25 jaar bloed, zweet en tranen gaat Terry Gilliams The Man Who Killed Don Quixote eindelijk in première op het filmfestival van Cannes. De regisseur kampte met het ene probleem na het andere in zijn hardnekkige pogingen om de film gemaakt te krijgen en aan het einde van de rit moet hij er hartelijk om lachen.

“Het boek staat volledig in het teken van lijden of tenminste hoe iemand zich daar over kan zetten,” zei de regisseur. “Alles is dus perfect verlopen.” Voor de rest is hij gewoon blij dat de film eindelijk uit is. Na de première komt hij namelijk meteen uit in de Franse zalen.

“Het kan mij allemaal niet meer schelen,” zei hij. “Ik wil gewoon dat mensen de film zien en dat het een financieel succes wordt. Dat zou het maken van de volgende een stuk gemakkelijker maken. Mijn laatste paar langspelers hebben het namelijk niet zo goed gedaan en daar heb ik voor geboet.”

Het scheelde geen haar of de première van The Man Who Killed Don Quixote was alsnog in het gedrang gekomen. De Italiaanse producent Paolo Branco, die beweerde dat de film zijn eigendom was, sleepte Gilliam namelijk voor het gerecht en pas daags voor het festival zou beslist worden of de film wel in Cannes mocht spelen. Uiteindelijk gaf de rechter Gilliam gelijk.

“Ik weet niet hoeveel producenten ik versleten heb door de jaren heen,” zei Gilliam, “maar ze waren stuk voor stuk even gekke fantasten als Quixote. Ik was de realistische Sancho Panza in het verhaal. Omdat de ellende rond de film zo breed werd uitgesmeerd in de media hadden ze allemaal het idee dat zij de beste zouden zijn en de film zouden verwezenlijken.”

“Paolo was niet beter en heeft dat heel duidelijk gemaakt,” ging de regisseur door. “Hij heeft een beetje professionele zelfmoord gepleegd in Cannes. Ondanks zijn praatjes dat hij zeggenschap had over de film heeft de Franse distributeur Océan Films hem toch lekker uitgebracht. In tegenstelling tot anderen lieten zij zich niet door hem intimideren. Cannes en Océan hielden vol en nu keert de rest ook op hun stappen terug.”

Amazon Studios was een van de distributeurs die door de rechtszaak afstand nam van de film waardoor nu niet zeker is wie hem zal uitbrengen in de Verenigde Staten. Gilliam maakt zich daar echter geen zorgen over. “Er zijn veel geïnteresseerden,” zei hij, “en ze hebben de film nog niet eens gezien. De hetze was op zich best goeie reclame.”

Gilliam was zelf niet aanwezig in de rechtbank, maar werd in het weekend voorafgaand aan de zitting in het ziekenhuis opgenomen. Hij is echter aan de betere hand. “Misschien krijg ik een terugslag eenmaal het festival voorbij is, maar momenteel voel ik mij opperbest.”

Voor de toekomst heeft de regisseur nog geen concrete plannen. “Ik voel mij bevrijd,” zei hij, “en door alle onzin van de laatste paar weken heb ik nog niet kunnen nadenken over wat ik hierna ga doen. Als Paolo ooit kan bewijzen dat hij de eigenaar is van The Man Who Killed Don Quixote, moet ik de film misschien voor hem gaan maken en ik kan mij niks erger inbeelden.”

“Nu denk ik niet dat het zo’n vaart gaat lopen. Ik heb horen vallen dat zijn productiebedrijf Alfama Films niet meer op de markt staat in Cannes. Voor ons ziet het er goed uit. De manier waarop iedereen hem gezegd heeft om op te rotten was een buitengewone triomf.”

De regisseur vergeleek Branco op dat vlak met de uitgespuugde producent Harvey Weinstein. “Dat heet karma, mensen,” zei Gilliam.

Bron: The Playlist